Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

02 Instrumenten, schakelaars en bediening

Ruiten en spiegels

Achteruitkijkspiegel
02
Dimfunctie
Normale stand
Dimstand.
Fel licht van achteren kan hinderlijke reflecties
in de achteruitkijkspiegel veroorzaken en u ver-
blinden. Zet de spiegel in de autodimstand,
wanneer u de verlichting van het achteropko-
mend verkeer als hinderlijk ervaart.
Autodimfunctie*
Als het licht dat van achteren in de spiegel valt
te fel is, wordt de achteruitkijkspiegel automa-
tisch gedimd.
*
72
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Achteruitkijkspiegel met kompas*
In de linker bovenhoek van de achteruitkijk-
spiegel zit een display waarop wordt aangege-
ven in welke richting de voorkant van de auto
wijst. Er worden acht verschillende richtingen
met Engelse afkortingen weergegeven:
NE
E
(noord),
(noordoost),
(oost),
oost),
S
(zuid),
SW
(zuidwest),
W
NW
(noordwest).
Het kompas wordt automatisch geactiveerd,
wanneer u het contactslot in stand II zet of
wanneer de motor loopt, tenzij u het kompas
hebt uitgeschakeld. U kunt het kompas uit-
schakelen of opnieuw inschakelen door op het
verzonken knopje aan de achterzijde van de
achteruitkijkspiegel te drukken. Gebruik bij-
voorbeeld een rechtgebogen paperclip. Het
knopje ligt ca. 2,5 cm diep in de spiegel.
Kompaszone instellen
C
A
L
De aarde is in 15 magnetische zones verdeeld.
Het kompas is ingesteld op het geografische
N
gebied waarin de auto werd afgeleverd. Het
SE
(zuid-
kompas dient te worden gekalibreerd, als u
(west) en
met de auto meerdere magnetische zones
doorkruist.
1. Contactslotstand II.
2. Houd het knopje aan de achterzijde van de
achteruitkijkspiegel ca. 3 seconden lang
ingedrukt (met een rechtgebogen paper-
clip bijvoorbeeld), totdat de tekst ZONE
Z
O
N
E

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave