Surround
Bedieningspaneel met
hoofdtelefoonaansluiting
Voor de beste geluidsweergave adviseren wij u
een hoofdtelefoon te gebruiken met een impe-
dantie van 16–32 ohm en een gevoeligheid van
102 dB of meer.
Activeren/deactiveren
U activeert het bedieningspaneel met een druk
op SEL wanneer het audiosysteem ingescha-
keld is. Het bedieningspaneel wordt automa-
tisch gedeactiveerd, wanneer u het audiosys-
teem uitschakelt of SEL lang indrukt.
Vooruit-/achteruitspoelen en zoeken
Druk
/
kort in om een track op een
cd of een van de voorkeurzenders te selecte-
ren. Druk dezelfde knop lang in om tracks op
de cd versneld vooruit/achteruit te spoelen of
automatisch radiozenders te zoeken.
Beperkingen
Welke geluidsbron (FM, AM, CD e.d.) er via de
luidsprekers wordt weergegeven valt niet te
sturen vanaf het achterste bedieningspaneel.
Eventuele RDS-teksten kunnen achterwege
blijven, als de radio via de hoofdtelefoons
wordt beluisterd terwijl er een andere geluids-
bron via de luidsprekers wordt weergegeven.
10 Infotainment
Audio, bedieningspanelen
Afstandsbediening*
MEMORY – Slaat de gevonden radiozen-
ders. op Sla een zender als volgt op:
–
Druk op de toets MEMORY
–
Selecteer Preset met PRESET/DISC
–
Bevestig uw keuze met de toets MEMORY
VOL – Volume
Track vooruit-/achteruitspoelen/wisselen
SOURCE – Geluidsbronnen doornemen
PRESET/DISC – Cd in cd-wisselaar of
voorkeurzender selecteren
AUTO – De best doorkomende zenders
opslaan
*
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
10
237