06 Starten en rijden
Rijden met een aanhanger
Algemene informatie
Het laadvermogen is afhankelijk van het rijklaar
gewicht van de auto. Het laadvermogen dient
te worden verminderd met de som van het
gewicht van eventuele inzittenden en dat van
gemonteerde accessoires, zoals een trekhaak.
Voor gedetailleerde informatie over de gewich-
ten, zie pagina 276.
Als de trekhaak in een erkende Volvo-werk-
plaats wordt gemonteerd, is de auto bij aanle-
vering voorzien van de benodigde randuitrus-
ting voor het gebruik van een aanhanger.
•
De trekhaak van de auto moet van een
goedgekeurd type zijn.
•
Bij montage achteraf moet u contact opne-
men met uw Volvo-dealer om te controle-
ren of uw auto van de nodige uitrusting is
voorzien om met een aanhanger te kunnen
rijden.
06
•
Verdeel de lading in de aanhanger dusda-
nig dat de druk op de trekhaak de maxi-
male kogeldruk niet overschrijdt.
•
Verhoog de bandenspanning tot de aan-
bevolen druk bij maximale belading. Voor
de positie van de bandenspanningstabel,
zie pagina 178.
•
Maak de trekhaak regelmatig schoon en
1
vet de kogel
van tijd tot tijd in.
1
Geldt niet voor de kogel bij gebruik van een aanhangerkoppeling met trillingsdemper.
158
•
Rijd niet met een zware aanhanger, wan-
neer de auto nog helemaal nieuw is. Wacht
hiermee totdat de auto ten minste
1000 kilometer heeft gereden.
•
Bij het afdalen op lange en steile hellingen
worden de remmen veel zwaarder belast
dan normaal. Schakel dan terug naar een
lagere versnelling en pas uw snelheid aan.
•
Bij het gebruik van een aanhanger wordt de
motor zwaarder belast dan normaal.
•
Wanneer de auto bij warm weer zwaar
belast wordt, kunnen de motor en de ver-
snellingsbak oververhit raken. Als de tem-
peratuurmeter voor de koelvloeistof tot in
het rode gebied uitslaat, dient u de auto te
stoppen en de motor enkele minuten sta-
tionair te laten draaien. De automatische
versnellingsbak reageert met een inge-
bouwde beveiligingsfunctie. Zie de mel-
ding op het display. Bij oververhitting kan
de airconditioning zichzelf tijdelijk uitscha-
kelen.
•
Rijd om veiligheidsredenen niet sneller dan
80 km/h, ook al staat de wetgeving in
bepaalde landen een hogere snelheid toe.
•
Zet de keuzehendel in de parkeerstand P,
wanneer u een automaat met aanhanger
parkeert. Gebruik altijd de parkeerrem.
Gebruik wielblokken, als u een auto met
aanhanger op een steile helling parkeert.
Aanhangergewichten
Voor informatie over de toelaatbare aanhange-
rgewichten, zie pagina 276.
WAARSCHUWING
Houd u aan de opgegeven aanbevelingen
voor het aanhangergewicht. De aanhanger
en de auto kunnen anders moeilijk bestuur-
baar worden tijdens uitwijk- en remmanoeu-
vres.
N.B.
De aangegeven maximaal toelaatbare aan-
hangergewichten zijn door Volvo bepaald.
Let erop dat er op grond van de wetgeving
voor motorvoertuigen in uw land verdere
beperkingen van het aanhangergewicht en
de snelheid kunnen gelden. Het is boven-
dien mogelijk dat de trekhaak gespecifi-
ceerd is voor hogere gewichten dan het
maximaal toelaatbare aanhangergewicht
van de auto.