Condensatie
In warme weersomstandigheden kan er ter
hoogte van de airconditioning een plasje water
onder de auto ontstaan. Dit is volkomen nor-
maal.
Om de klimaatregeling te ventileren kan de
interieurventilator tot 50 minuten na het afzet-
ten van de motor aanslaan. De ventilator slaat
ca. 15 minuten later automatisch af.
Brandstofbesparing
Bij gebruik van ECC wordt ook de airconditio-
ning automatisch geregeld en alleen dan inge-
schakeld wanneer de lucht in de passagiers-
ruimte moet worden afgekoeld en de binnen-
komende lucht van vocht moet worden ont-
daan. Zo wordt meer brandstof bespaard dan
bij gebruik van conventionele systemen, waar-
bij de airconditioning de lucht voortdurend
afkoelt tot net boven het vriespunt.
Luchtverdeling
De binnenkomende lucht wordt verdeeld over
meerdere blaasmonden die op verschillende
punten in de auto zijn aangebracht.
03 Klimaatregeling
Algemene informatie over de klimaatregeling
Blaasmonden in dashboard
Open
Dicht
Luchtstroom naar links of rechts
Luchtstroom omhoog of omlaag.
1. Richt de buitenste blaasmonden op de
voorste zijruiten om ze te ontwasemen.
2. Bij koud weer: Doe de middelste blaas-
monden dicht om de temperatuur in de
auto zo comfortabel mogelijk te houden en
de ruiten optimaal te ontwasemen.
03
85