Regelingsfuncties
(vervolg)
Extern opvragen
Bij gesloten contact wordt de brander lastafhankelijk
gebruikt. Het ketelwater wordt verwarmd tot de in het
codeeradres "9b" in de groep "Algemeen"/1ingestelde
gewenste waarde. De begrenzing van de ketelwater-
temperatuur vindt plaats via deze gewenste waarde en
de elektronische maximumbegrenzing (codeer-
adres "06" in groep "Ketel"/ 2).
De externe aansluiting wordt via een potentiaalvrij con-
tact geschakeld.
Aansluitmogelijkheden:
■
Stekker
lH
Uitbreiding EA1 (accessoire)
■
Extern opvragen
Ingang DE1
Ingang DE2
Ingang DE3
■
De werking op de circulatiepomp voor de boilerver-
warming wordt in codering 5F in groep "Warm
water"/3 geselecteerd.
Het effect op de desbetreffende CV-pomp wordt in
■
codering "d7" groep "Verwarmingscircuit" geselec-
teerd.
■
De gewenste minimale ketelwatertemperatuur bij
externe Opvraging wordt in codeeradres "9b" inge-
steld.
Estrikdroging
Met de estrikfunctie is de droging van estrik mogelijk.
Hiervoor moeten de gegevens van de estrikproducent
worden gerespecteerd.
Als de estrikdroging is geactiveerd, wordt de CV-pomp
van het verwarmingscircuit met mengklep ingescha-
keld en wordt de aanvoertemperatuur op het inge-
stelde profiel gehouden. Na afloop (30 dagen) wordt
het verwarmingscircuit met mengklep automatisch met
de ingestelde parameters geregeld.
EN 1264 in acht nemen. Het protocol dat door de ver-
warmingsfirma wordt opgesteld, moet de volgende
informatie over het verwarmen bevatten:
Stekker
lH
■
De functie wordt via de coderingen 4b:1 in
groep "Algemeen"/1 geselecteerd.
■
De werking op de circulatiepomp voor de boilerver-
warming wordt in codering 5F in groep "Warm
water"/3 geselecteerd.
■
Het effect op de desbetreffende CV-pomp wordt in
codering "d7" groep "Verwarmingscircuit" geselec-
teerd.
Uitbreiding EA1
Realisatie van de functie "Extern opvragen" via de uit-
breiding EA1. Op de uitbreiding EA1 zijn 3 ingangen
(DE1 tot DE3) beschikbaar.
De functie wordt via volgende coderingen geselec-
teerd:
Verwarmingsgegevens met de desbetreffende aan-
■
voertemperaturen
■
Bereikte maximale aanvoertemperatuur
■
Bedrijfstoestand en buitentemperatuur bij overdracht
Verschillende temperatuurprofielen zijn via het codeer-
adres "F1"instelbaar.
Na stroomuitval of uitschakelen van de regeling wordt
de functie voortgezet. Als de estrikdroging is beëindigd
of de codering "F1:0" handmatig wordt ingesteld,
wordt "Verwarmen en warm water" ingeschakeld.
Functiebeschrijving
Codering
3A:2
3b:2
3C:2
89