Advertenties
Codering 2
Algemeen/groep "1"
Codering in uitlevertoestand
3C:0
Functie ingang DE3 aan uitbrei-
ding EA1: Geen functie
3D:5
Looptijd circulatiepomp bij kort-
stondige werking: 5 min
4B:0
Functie ingang 96 kamertempera-
tuurregelaar (Vitotrol 100, alleen bij
regeling voor verhoogde werking)
51:0
Installatie met open verdeler aan-
gesloten: ketelcircuitpomp (uitgang
20) wordt bij warmteaanvraag altijd
ingeschakeld.
52:0
Zonder sensor open verdeler
48
(vervolg)
Mogelijke omstelling
3B:5
Functie ingang DE2: Storingsmel-
dingsingang
3B:6
Functie ingang DE2: Kortstondige
werking circulatiepomp (tastfunctie).
Instelling looptijd circulatiepomp: Co-
deeradres 3d
3C:1
Functie ingang DE3: Omschakeling
werkingsprogramma
3C:2
Functie ingang DE3: Externe vraag
met gewenste aanvoertemperatuur
Instelling gewenste aanvoertempe-
ratuur bij externe aanvraag: Code-
ring 9b
Functie circulatiepomp voor de boi-
leropwarming: Codeeradres 5F
Functie CV-pompen: Codeeradres
D7
3C:3
Functie ingang DE3: Extern blokke-
ren
Functie circulatiepomp voor de boi-
leropwarming: Codeeradres 5F
Functie CV-pompen: Codeeradres
D7
3C:4
Functie ingang DE3: Extern blokke-
ren met storingsmeldingsingang
Functie circulatiepomp voor de boi-
leropwarming: Codeeradres 5E
Functie CV-pompen: Codeeradres
D6
3C:5
Functie ingang DE3: Storingsmel-
dingsingang
3C:6
Functie ingang DE3: Kortstondige
werking circulatiepomp (tastfunctie).
Instelling looptijd circulatiepomp: Co-
deeradres 3d
3D:1
Looptijd circulatiepomp instelbaar
tot
van 1 tot 60 min
3D:60
4B:1
Extern opvragen.
4B:2
Extern blokkeren.
51:1
Installatie met open verdeler:
Ketelcircuitpomp wordt bij warmte-
aanvraag ingeschakeld als de bran-
der in werking is. Ketelcircuitpomp
wordt met nalooptijd uitgeschakeld.
51:2
Installatie met verwarmingswaterbuf-
fer:
Ketelcircuitpomp wordt bij warmte-
aanvraag ingeschakeld als de bran-
der in werking is. Ketelcircuitpomp
wordt met nalooptijd uitgeschakeld.
52:1
Met sensor open verdeler (wordt au-
tomatisch herkend)
Advertenties
