Veiligheidsinstructies
Veiligheidsinstructies voor werkzaamheden aan de installatie
Werkzaamheden aan de installatie
Bij gas als brandstof de gasafsluitkraan
■
sluiten en beveiligen tegen onbedoeld
openen.
Installatie spanningsvrij schakelen, bijv.
■
aan de afzonderlijke zekering of een
hoofdschakelaar, en op aanwezige
spanning controleren.
De installatie tegen opnieuw inschake-
■
len beveiligen.
Bij alle werkzaamheden geschikte per-
■
soonlijke beschermende uitrusting dra-
gen.
Gevaar
Hete oppervlakken en media kun-
nen brandwonden veroorzaken.
Het toestel voor onderhouds- en
■
servicewerkzaamheden uitscha-
kelen en laten afkoelen.
Hete oppervlakken aan de verwar-
■
mingsketel, de brander, het rook-
gassysteem en de buizen niet
aanraken.
!
Opgelet
Door elektrostatische ontlading kun-
nen elektronische modules worden
beschadigd.
Voor de werkzaamheden geaarde
objecten, bijv. verwarmings- of
waterbuizen, aanraken om de stati-
sche lading af te leiden.
(vervolg)
Veiligheidsvoorschriften
Reparatiewerkzaamheden
!
Opgelet
De reparatie van onderdelen met
een veiligheidstechnische functie
brengt de veilige werking van de
installatie in gevaar.
Defecte onderdelen moeten door
originele onderdelen van Vies-
smann worden vervangen.
Extra componenten, reserveonderde-
len en slijtagegevoelige onderdelen
!
Opgelet
Reserveonderdelen en slijtagege-
voelige onderdelen die niet met de
installatie zijn getest, kunnen de
werking nadelig beïnvloeden. De
montage van componenten die niet
zijn toegestaan, evenals wijziging
en ombouw zonder toestemming,
kunnen de veilige werking nadelig
beïnvloeden en de garantie beper-
ken.
Bij vervanging uitsluitend originele
onderdelen van Viessmann of door
Viessmann goedgekeurde onderde-
len gebruiken.
3