Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Alle gasgeleidende onderdelen bij werkdruk op dichtheid controleren
Gevaar
Ontsnappend gas leidt tot explosiegevaar.
Gasvoerende onderdelen op gaslekkage contro-
leren.
Verbrandingskwaliteit controleren
De elektronische verbrandingsregeling zorgt automa-
tisch voor een optimale verbrandingskwaliteit. Bij de
eerste inbedrijfstelling of het onderhoud is alleen een
controle van de verbrandingswaarden nodig. Hiervoor
het CO
- of O
-gehalte meten. Functiebeschrijving van
2
2
de elektronische verbrandingsregeling, zie
pagina 93.
Opmerking
Om storingen en schade te vermijden, het apparaat
met schone verbrandingslucht gebruiken.
CO
of O
-gehalte
2
2
■
Het CO
-gehalte moet bij het laagste en hoogste ver-
2
mogen steeds in de volgende bereiken liggen:
7,7 tot 9,2 % bij aardgas E en LL
–
Het O
-gehalte moet bij alle gastypen tussen 4,4 en
■
2
6,9 % liggen.
Als de gemeten CO
- of O
2
treffende bereik ligt als volgt te werk gaan:
Ionisatie-elektrode en aansluitkabel controleren, zie
■
pagina 24.
Opmerking
De verbrandingsregeling verricht bij de inbedrijfstelling
een automatische kalibratie. De emissiemeting pas
circa 30 s na de branderstart uitvoeren.
A
Afb. 22
30
-waarde buiten het desbe-
2
Opmerking
Voor de dichtheidscontrole uitsluitend geschikte en
toegestane lekzoekmiddelen (EN 14291) en appara-
tuur gebruiken. Lekzoekmiddelen met ongeschikte
inhoudsstoffen (bijv. nitraten, sulfiden) kunnen tot
schade aan het materiaal leiden.
Restanten van lekzoekmiddelen na de controle verwij-
deren.
01. Rookgasanalyseapparaat op de rookgasmeetope-
ning
aan het ketelaansluitstuk aansluiten.
A
Waarde in de rookgaskernstroom meten.
02. Gasafsluitkraan openen. Verwarmingsketel in
werking nemen. Warmteaanvraag genereren.
03. Minimumvermogen instellen (zie pagina 31).
04. Minimumvermogen controleren.
05. CO
-gehalte controleren. Als de waarde met meer
2
dan 1 % van de hierboven genoemde bereiken
afwijkt, de ionisatie-elektrode en de aansluitkabel
controleren. Zie paragraaf "CO
06. Waarde in het protocol noteren.
07. Maximumvermogen instellen (zie pagina 31).
08. CO
-gehalte controleren. Als de waarde met meer
2
dan 1 % van de hierboven genoemde bereiken
afwijkt, de ionisatie-elektrode en de aansluitkabel
controleren. Zie paragraaf "CO
09. Na de controle op OK drukken.
10. Waarde in protocol opnemen.
of O
-gehalte".
2
2
of O
-gehalte".
2
2