Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Stooklijnen instellen
90
80
70
60
50
40
30
Afb. 23
Instelbereik steilheid:
■
Vloerverwarmingen: 0,2 tot 0,8
■
Lagetemperatuurverwarmingen: 0,8 tot 1,6
Gewenste ruimtetemperatuur instellen
Voor elk CV-circuit apart in te stellen.
De stooklijn wordt langs de as met de gewenste
kamertemperatuur verschoven. Deze zorgt bij een
actieve CV-pomplogica voor een gewijzigd in- en uit-
schakelgedrag van de CV-pomp.
Gewenste normale ruimtetemperatuur
90
A
C
B
D
Afb. 24
Voorbeeld 1: Wijziging van de gewenste nor-
male ruimtetemperatuur van 20 naar 26 °C
Ketelwater- respectievelijk aanvoertemperatuur in
A
°C
Buitentemperatuur in °C
B
C
Gewenste ruimtetemperatuur in °C
CV-pomp "Uit"
D
CV-pomp "Aan"
E
32
(vervolg)
Steilheid
10
5
0
-5 -10 -15 -20
Buitentemperatuur in °C
-20
E
1,4
1,2
1,0
0,8
0,6
0,4
0,2
-25
-30
Wijziging van de gewenste normale kamertemperatuur
Gebruiksaanwijzing
Gewenste gereduceerde ruimtetemperatuur
90
A
C
B
D
Afb. 25
Voorbeeld 2: Wijziging van de gewenste
gereduceerde ruimtetemperatuur van 5 °C
naar 14 °C
Ketelwater- respectievelijk aanvoertemperatuur in
A
°C
Buitentemperatuur in °C
B
Gewenste ruimtetemperatuur in °C
C
CV-pomp "Uit"
D
CV-pomp "Aan"
E
Wijziging van de gewenste gereduceerde kamertem-
peratuur
Gebruiksaanwijzing
Steilheid en niveau wijzigen
Voor elk CV-circuit apart in te stellen.
-20
E