Codering 2
Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2,...
Codering in uitlevertoestand
F8:-5
Temperatuurgrens voor verhoging
van de gereduceerde werking
-5 °C (alleen bij regeling voor
weersafhankelijke werking)
Instelling codeeradres "A3" in acht
nemen.
F9:-14
Temperatuurgrens voor verhoging
van de gereduceerde gewenste
kamertemperatuur -14 °C (alleen
bij regeling voor weersafhankelijke
werking)
FA:20
Temperatuurverhoging van de ge-
wenste ketel- of aanvoertempera-
tuur bij de overgang van werking
met verlaagde kamertemperatuur
naar de werking met normale ka-
mertemperatuur 20 % (alleen bij
regeling voor weersafhankelijke
werking)
FB:30
Periode van de gewenste verho-
ging van de gewenste ketelwater-
resp. aanvoertemperatuur (zie co-
deeradres "FA") 60 min (alleen bij
regeling voor weersafhankelijke
werking)
62
(vervolg)
Mogelijke omstelling
F8:+10
Temperatuurgrens instelbaar van
tot
+10 tot -60 °C
F8:-60
F8:-61
Functie inactief
F9:+10
Temperatuurgrens voor verhoging
tot
van de gewenste kamertemperatuur
F9:-60
tot de normale waarde instelbaar
van
+10 tot -60 °C
FA:0
Temperatuurverhoging instelbaar
tot
tussen 0 en 50 %
FA:50
FB:0
Periode instelbaar van 0 tot 300 min
tot
1 instelstap
FB:150
≙
2 min)