Condenswaterafvoer en neutraliseringsinstallatie (indien aanwezig) op
doorgankelijkheid en dichtheid controleren
Water in de verbrandingskamer vullen.
Opmerking
Het water moet zonder opstuwen via de condenswa-
terafvoer wegstromen.
Indien nodig, condenswaterafvoer nog een keer reini-
gen.
Ketelzijdige afdichtingen en isolatiedelen controleren
A
B
C
Afb. 19
1. Afdichtingen
aan het rookgasaansluitbocht
A
op dichtheid controleren.
Opmerking
De pakkingen kunnen bij de werking met volledige
belasting met een dauwspiegel worden gecontro-
leerd. Indien nodig isolatieonderdelen demonteren.
Ook sporen van condenswater van buiten aan het
rookgasaansluitbocht wijzen op lekkages.
Opmerking
Vóór de demontage van het rookgasaansluitbocht
de stekker op de rookgastemperatuursensor
loskoppelen.
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
2. Schroefverbindingen aan de verwarmingswater-
zijde op dichtheid controleren, indien nodig, afdich-
tingen vervangen.
Gevaar
Bij werkzaamheden aan onder druk staande
onderdelen bestaat gevaar op verwondin-
gen.
Aansluitingen aan de verwarmingswaterzijde
mogen pas worden geopend als de verwar-
mingsketel niet langer onder druk staat.
Aftappen van de ketel met een pomp alleen
bij geopende ontluchting uitvoeren.
3. Isolatie van de verwarmingsketel op correct zitten
controleren. Indien nodig, isolatie goed plaatsen of
bij beschadiging vervangen.
B
C
27