Belichtingscompensatie instellenN
Belichtingscompensatie wordt gebruikt om de standaardbelichtingsinstelling te wijzigen die is ingesteld
door de camera. U kunt het beeld lichter (vergrote belichting) of donkerder (verminderde belichting)
laten lijken. U kunt de flitsbelichtingscompensatie instellen op ±2 stappen in verhogingen van 1/3.
Vergrote belichting
Verminderde belichting
¡
De belichtingscompensatie blijft van toepassing, zelfs nadat u de
schakelaar <4> op <2> hebt gezet.
¡
Wanneer de standaardbelichtingsinstelling 1/125 seconde en f/8,0 is en
u stelt de belichtingscompensatie in op plus of min één stap, is dit
hetzelfde als wanneer u de sluitertijd of het diafragma als volgt instelt:
Sluitertijd
Diafragmawaarde
Let op dat u niet per ongeluk aan het instelwiel < 5 > draait en de belichtingscompensatie
¡
onbedoeld wijzigt. Voorkom dit door de schakelaar < 4 > op < 1 > te zetten.
1
Draai het programmakeuzewiel naar een willekeurige
Creatief gebruik-modus, behalve <a>.
2
Controleer de belichtingsniveau-indicator.
¡
Druk de ontspanknop half in en
controleer de belichtingsniveau-indicator.
3
Stel de waarde voor de belichtingscompensatie in.
Zet de schakelaar < 4 > op < J > en
¡
draai, terwijl u naar de zoeker of het LCD-
paneel kijkt, aan het instelwiel < 5 >.
Draai aan het instelwiel < 5 > terwijl u de
¡
ontspanknop half indrukt of binnen ( 0 )
nadat u de ontspanknop half hebt ingedrukt.
¡
Om de belichtingscompensatie te annuleren,
stelt u deze weer in op < E >.
belichtingsniveau
Verminderde belichting
4
Maak de opname.
-1 stap , 0 / +1 stap
, 125 /
250
,
8,0
11
Standaardbelichtingsindex
Teken
60
/
5,6
Vergrote
belichting
83