Het bijsnijden (afstellen) instellen
U kunt de afbeelding bijsnijden en alleen het bijgesneden gedeelte
afdrukken alsof de afbeelding opnieuw is samengesteld.
Snijd de afbeelding bij vlak voordat u deze afdrukt. Als u eerst het
bijsnijden instelt en vervolgens de afdrukinstellingen, is het mogelijk dat
u het bijsnijden opnieuw moet instellen.
1
Selecteer [Afstellen].
¡
Draai het wiel <5> om [Afstellen] te
selecteren en druk vervolgens op
<0>.
s
Het afstelscherm verschijnt.
2
Stel de opname af.
¡
Het gedeelte van de opname dat binnen
het afstelframe valt, wordt afgedrukt.
¡
De gebruikershandleiding verdwijnt
wanneer u een afbeelding afstelt.
Deze verschijnt weer nadat de
camera 5 seconden niet is gebruikt.
De grootte van het afstelframe wijzigen
¡
Als u op de knop <u> of <I>
drukt, wijzigt u de grootte van het
afstelframe. Hoe kleiner het afstelframe,
hoe meer de afbeelding wordt vergroot.
Het afstelframe verplaatsen
Schuif met < 9 > in elke willekeurige richting
¡
door de opname. Verplaats het afstelframe
totdat het gewenste gebied of de gewenste
samenstelling wordt weergegeven.
Het frame roteren
Met de knop < B > schakelt u tussen de
¡
verticale en horizontale stand van het
afstelframe. U kunt een horizontale afbeelding
bijvoorbeeld als verticale afbeelding afdrukken.
129