ONDERHOUDSPROCEDURES
Wieldraagarmen, draaiarmen en
stangen inspecteren
Controleer deze onderdelen op be-
schadigingen (barsten, deuken, over-
matige speling of putcorrosie). Als
u dergelijke beschadigingen vast-
stelt, GEBRUIK HET VOERTUIG DAN
NIET EN RAADPLEEG EEN ERKEND
CAN-AM DEALER.
WAARSCHUWING
Rijd nooit met een voertuig met de-
fecte onderdelen in de ophanging.
Smering voorophanging
Smeer de voorste wieldraagarmen
met een smeerpistool. Gebruik syn-
thetisch vet voor ophangingen (Stuk-
nr. 293 550 033) of gelijkwaardig.
vmo2008-011-054_a
TYPISCH — ONDERSTE WIELDRAAGARM
1. Smeerfittingen
______________
112
vmo2008-011-055_a
TYPISCH — BOVENSTE WIELDRAAGARM
1. Smeerfittingen
Smering achterophanging
Smeer ze met olie voor ophangingen
(Stuknr. 293 550 033) op de aangege-
ven smeerpunten.
vmr2008-031-027_a
GASREGELAAR
1. Smeerfittingen
vmo2009-005-008_a
DRAAIARM
1. Smeerfitting