ONDERHOUDSPROCEDURES
vmo2008-011-083_a
1. Bougies
Installatie van bougies
Controleer voor de installatie of de con-
tactoppervlakken van de cilinderkop en
bougies niet vuil zijn.
Stel de bougiespleet met behulp van
een voelermaat in op 0,7 tot 0,8 mm
(0,028 tot 0,032 in).
Breng warmtegeleidende pasta P12
(Stuknr. 420 897 186) aan op de bou-
gieschroefdraad tegen het vastvreten
en om de warmteoverdracht tussen
bougies en cilinderkop te bevorderen.
Schroef de bougies in de cilinderkop
met de hand of met een passende mo-
mentsleutel.
Draai de bougies aan tot 19 N•m
(168 lbf•in).
Accu
WAARSCHUWING
Laad nooit een accu terwijl die in
het voertuig is geïnstalleerd.
Verwijderen van de accu
Verwijder de zitting.
Koppel eerst de ZWARTE (–) kabel los
en dan de RODE (+).
______________
104
WAARSCHUWING
Demonteer altijd in deze volgorde;
koppel de ZWARTE (–) kabel eerst
los.
Verwijder de bevestigingsbouten van
de accuhouder en het rack.
vmo2008-011-044_a
1. ROOD (+)
2. ZWART (–)
3. Accuhouder
Accu reinigen
Reinig de accupool en kabeluiteinden
met een stalen borstel.
Accu installeren
Installeer de accu terug in het voertuig.
Bevestig de accuhouder.
WAARSCHUWING
Sluit eerst de RODE (+) kabel aan
en dan de ZWARTE (–). Sluit altijd
eerst de RODE (+) kabel aan.
Smeer de pool met diëlektrisch vet
(Stuknr. 293 550 004) of een gelijk-
waardig middel ter bescherming tegen
oxidatie.