vmo2006-007-022_a
1. Ontluchtingsschroef
Laat het systeem helemaal leeglopen
en bevestig de koelvloeistof-aftapplug
opnieuw.
Knel de slang tussen de radiator en
de thermostaatbehuizing af met een
grote slangklem of een gelijkwaardige
klem.
Knel de slang niet af met
MERK OP
een tang.
vmo2006-007-022_b
1. Slangklem
Vul de radiator tot de koelvloeistof via
het gat in de thermostaatbehuizing
naar buiten stroomt.
Installeer de ontluchtingsschroef.
Verwijder de slangklem.
Vul de radiator verder.
Controleer het peil in het koelvloei-
stofreservoir en vul bij indien nodig.
Laat de motor stationair draaien met
verwijderde radiatordop. Voeg lang-
zaam koelvloeistof toe indien nodig.
Wacht nu tot de motor een normale be-
drijfstemperatuur heeft bereikt. Druk
de gashendel twee- of driemaal in en
voeg nog koelvloeistof toe, indien no-
dig.
Installeer de radiatordop.
Inspecteer alle aansluitingen op lekka-
ge en controleer het koelvloeistofpeil
in het reservoir.
Vonkafleider knalpot
Reiniging vonkafleider
De knalpot moet regelmatig worden
ontdaan van opgehoopte koolstof.
Laat de motor nooit draaien in een
afgesloten ruimte. Voer dit werk
nooit uit wanneer de motor net
heeft gedraaid, omdat het uitlaat-
systeem dan erg heet is. Zorg er-
voor dat er geen brandbare mate-
rialen in de buurt zijn. Draag oog-
bescherming en handschoenen.
Ga nooit achter het voertuig staan
terwijl het uitlaatsysteem wordt
gereinigd. Respecteer alle toepas-
selijke wetten en voorschriften.
Kies een goed geventileerde ruimte en
wacht tot de knalpot koud is.
Zet de schakelhendel in de PARKEER-
stand (P).
Verwijder de reinigingsplug van de
knalpot.
______________
ONDERHOUDSPROCEDURES
WAARSCHUWING
109