ONDERHOUDSPROCEDURES
Vul waar nodig koelvloeistof bij tot
aan de MAX-markering. Gebruik een
trechter om morsen te vermijden.
Nooit te veel bijvullen.
Sluit de vuldop weer stevig en breng
het middenpaneel terug aan.
Als u koelvloeistof aan het koelmiddel-
reservoir toevoegt, controleer dan ook
het peil in de radiator. Voeg koelvloei-
stof toe indien nodig.
WAARSCHUWING
Verwijder de radiatordop niet ter-
wijl de motor warm is, om brand-
wonden te voorkomen.
OPMERKING: Als u vaak koelvloeistof
aan uw koelsysteem moet toevoegen
wijst dit op lekkage of motorproble-
men. Raadpleeg een erkende Can-Am
dealer.
Berg nooit voorwerpen
MERK OP
op in het servicevak vooraan.
Aanbevolen motorkoelvloeistof
Gebruik altijd ethyleenglycolantivries
met anticorrosiemiddel, speciaal be-
stemd voor aluminium interne verbran-
dingsmotoren.
Vul het koelsysteem met BRP VOOR-
GEMENGD
KOELMIDDEL
NR. 219 700 362) of met gedestilleerd
water en een antivriesoplossing (50 %
gedestilleerd water, 50 % antivries).
Vervanging motorkoelvloeistof
WAARSCHUWING
Verwijder de radiatordop niet en
draai de koelvloeistofaftapplug
niet open terwijl de motor heet is,
om brandwonden te voorkomen.
______________
108
MERK OP
op in het servicevak vooraan.
Verwijder de zitting en het middenpa-
neel. Zie CARROSSERIE in dit hoofd-
stuk.
Til het dashboard op. Zie CARROSSE-
RIE in dit hoofdstuk.
Verwijder de radiatordop.
vmo2008-014-002_e
1. Radiatordop
Schroef de koelvloeistofaftapplug los
en vang de koelvloeistof op in een ge-
schikt recipiënt.
(STUK-
vmo2006-007-021_a
1. Koelvloeistofaftapplug
2. Rempedaal
OPMERKING: Schroef de koelvloei-
stofaftapplug niet helemaal los.
Verwijder het rechterzijpaneel.
Verwijder de ontluchtingsschroef bo-
ven aan het thermostaathuis.
Berg nooit voorwerpen