Onderhoud
Figuur 52
1. Wasaansluiting
2. Slangkoppeling
(niet meegeleverd)
MOGELIJK GEVAAR
Een gebroken of ontbrekende
wasaansluiting kan uitgeworpen
voorwerpen of contact met het maaimes
veroorzaken.
WAT ER KAN GEBEUREN
Uitgeworpen voorwerpen of contact met het
maaimes kunnen ernstig (of zelfs fataal)
letsel veroorzaken.
GEVAARLIJKE SITUATIES
VOORKOMEN
Een gebroken of ontbrekende
wasaansluiting direct vervangen, voordat u
de maaier opnieuw gebruikt.
Gaten in de maaier dichtmaken met bouten
en moeren.
Steek nooit handen of voeten onder de
maaier of door openingen in de maaier.
46
1
2
3
m–3118
3. Tuinslang
Reiniging en stalling
1.
Maaikoppeling (aftakas) uitschakelen,
parkeerrem in werking stellen en contactsleutel
op "OFF" draaien om de motor te stoppen.
Verwijder de sleutel.
2.
Maaisel, vuil en vet van de buitenkant van de
gehele machine verwijderen, met name van de
motor. Vuil en kaf van buitenkant van cilinder,
cilinderkopribben en ventilatorhuis verwijderen.
Belangrijk: De machine met een zacht
wasmiddel en water wassen. GEEN
HOGEDRUKREINIGER
GEBRUIKEN. Daardoor kan de
elektrische installatie beschadigd
worden of noodzakelijk vet bij
wrijvingspunten weggespoeld
worden. Gebruik niet te veel water
in de buurt van het
bedieningspaneel, de verlichting, de
motor en de accu.
3.
Controleer het remsysteem, zie Rem, pagina 23.
4.
Luchtfilteronderhoud, zie: Luchtfilter, pagina 31.
5.
Chassis doorsmeren, zie: Smeren, pagina 23.
6.
Motorolie verversen, zie: Motorolie, pagina 34.
7.
Verwijder de bougie(s) en controleer de toestand
ervan, zie: Bougie, pagina 29. Laat de bougie(s)
uit de cilinder en giet twee eetlepels motorolie in
het gat van de cilinder. Gebruik de startmotor om
de motor te laten draaien en zo de olie over de
cilinderwand te verspreiden. Monteer de
bougie(s), zie Bougie, pagina . De
bougiekabel(s) niet op de bougie(s) drukken.
8.
Neem de accu uit het chassis, controleer het
zuurpeil en laad de accu volledig op, zie: Accu,
pagina 27. De accukabels niet op de accupolen
aansluiten tijdens stalling.