Gebruiksaanwijzing
Veiligheid staat voorop
Lees aandachtig alle veiligheidsinstructies in het
hoofdstuk Veilige bediening. Met behulp van deze
informatie kunt u letsel van uw gezinsleden,
omstanders, dieren en u zelf voorkomen.
Bedieningsorganen
Zorg dat u vertrouwd bent met alle bedieningsorganen
(Fig. 1) voordat u de motor start en de machine
gebruikt.
12
11
10
8
7
Figuur 1
1. Stuurwiel
2. Lichtschakelaar - aan/uit
(bepaalde modellen)
3. Contactschakelaar
4. Koppeling/rempedaal
5. Maaikoppelingshendel
(aftakas)
6. Rijsnelheidshendel
1
11
12
7. Maaihoogtehendel
(maaikastverstelling)
8. Parkeerremhendel
9. Handgashendel
10. Motorkap openen
11. Lampje werktuig-
in-achteruit
12. Keuzeschakelaar
2
3
4
5
6