Onderhoud
Motorolie
Onderhoudsinterval/Specificatie
Olie verversen:
Na de eerste 5 bedrijfsuren.
Na elke 50 bedrijfsuren.
NB.:
De motorolie moet vaker worden
ververst bij gebruik in zeer stoffige of
vuile omstandigheden.
Type olie: detergente olie (API-klasse SF, SG of SH)
Carterinhoud: 1400 cc/1,4 l (48 oz/1–1/2 qt)
Viscositeit: zie onderstaande tabel
GEBRUIK OLIESOORTEN MET DEZE
SAE-VISCOSITEIT
–20
0
20
F
–30
–20
–10
C
Motoroliepeil controleren
1.
Parkeer de machine op een vlakke en horizontale
ondergrond. Maaikoppeling (aftakas)
uitschakelen, versnelling in neutraal zetten,
34
40
60
80
0
10
20
30
parkeerrem in werking stellen en contactsleutel
in de stand "OFF" draaien om de motor af te
zetten.
2.
Open de motorkap.
3.
Maak de omgeving van de peilstok (Fig. 30)
schoon, zodat er geen vuil in de vulopening kan
komen, wat tot motorschade kan leiden.
4.
Peilstok eruit draaien en metalen deel met een
doek schoonvegen (Fig. 30).
5.
Peilstok helemaal in de vulbuis draaien
(Fig. 30). Peilstok opnieuw eruit draaien en
oliepeil op metalen deel controleren. Als het
oliepeil te laag is, olie via de vulbuis bijvullen
totdat het oliepeil tegen de markering "FULL"
staat.
Belangrijk: Het carter nooit overvullen met olie;
1
3
100
40
1. Oliepeilstok
2. Metalen deel
hierdoor kan de motor beschadigd
worden.
2
Figuur 30
3. Vulbuis
m–1868