1
Figuur 28
1. Schuimfilterelement
2.
Papierfilterelement
A. Klop het filter voorzichtig tegen een vlak
oppervlak om vuil en stof te verwijderen
(Fig. 29).
B. Controleer het filter op scheuren, een vettig
oppervlak of beschadiging van de rubber
afdichting.
Belangrijk: Het papierfilter nooit reinigen met
perslucht of vloeistoffen zoals
oplosmiddelen, benzine of
petroleum. Vervang het filter
wanneer het beschadigd of defect is,
of niet naar behoren kan worden
gereinigd.
2
m–1866
2. Olie
2
Figuur 29
1. Papierfilterelement
Schuimfilter en papierfilter monteren
Belangrijk: Motor nooit laten lopen zonder dat
het complete luchtfilter gemonteerd
is, daar anders de motor beschadigd
kan worden.
1.
Schuif het schuimfilter voorzichtig over het
papierfilterelement (Fig. 26).
2.
Schuif het complete filter op het draadeind.
Schroef de rubbermoer met de hand vast tegen
het luchtfilter aan (Fig. 27).
NB.:
De rubber afdichting moet vlak tegen
de bodem van het luchtfilter aan
liggen.
3.
Monteer het luchtfilterdeksel en de knop
(Fig. 25). De knop met de hand vastdraaien.
4.
Sluit de motorkap.
Onderhoud
1
m–1867
2. Rubber afdichting
33