MOGELIJK GEVAAR
Een kind of omstander kan door een
achteruitrijdende tractor met ingeschakelde
maaier overreden worden.
WAT ER KAN GEBEUREN
Contact met maaimes(sen) leidt tot ernstig
(mogelijk fataal) letsel.
GEVAARLIJKE SITUATIES
VOORKOMEN
Niet in de achteruit maaien, tenzij dat strikt
noodzakelijk is.
Kijk altijd omlaag en achterom vóór en
tijdens achteruitrijden.
Gebruik de keuzeschakelaar alleen als u
zeker weet dat geen kinderen of andere
omstanders het werkterrein zullen
betreden.
Verwijder altijd zowel de contactsleutel als
de sleutel van de keuzeschakelaar en
bewaar ze op een veilige plaats buiten het
bereik van kinderen of andere onbevoegde
personen als u de tractor onbeheerd
achterlaat.
Figuur 10
1. Keuzeschakelaar met sleutel
1
Figuur 11
1. Lampje "werktuig-in-achteruit"
Testen van het
veiligheidssysteem
Controleer de werking van het veiligheidssysteem
telkens voordat u de machine in gebruik neemt. Als
het veiligheidssysteem niet werkt zoals hieronder
beschreven, moet u het direct laten repareren door een
erkende Service Dealer. Neem plaats op de stoel en
voer de volgende controles uit:
1.
Zet de rijsnelheidshendel op neutraal "N". Stel
de parkeerrem in werking. Zet de
maaikoppelingshendel (aftakas) op
"INGESCHAKELD." Draai de contactsleutel in
de stand "START". De startmotor mag niet gaan
draaien.
2.
Met de rijsnelheidshendel op neutraal "N" zet u
de maaikoppelingshendel (aftakas) op
"UITGESCHAKELD" en lost u de parkeerrem.
Draai de contactsleutel in de stand "START". De
startmotor mag niet gaan draaien.
3.
Met de rijsnelheidshendel op neutraal "N" stelt u
de parkeerrem in werking. Zet de
maaikoppelingshendel (aftakas) op
"UITGESCHAKELD." Start nu de motor. Als de
motor loopt, lost u de parkeerrem en komt u iets
overeind uit de bestuurdersstoel. De motor moet
nu stoppen.
Gebruiksaanwijzing
1
m–1863
17