Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Toro Wheel Horse 13-32XLE Gebruikershandleiding
Toro Wheel Horse 13-32XLE Gebruikershandleiding

Toro Wheel Horse 13-32XLE Gebruikershandleiding

Gazontractor
Verberg thumbnails Zie ook voor Wheel Horse 13-32XLE:
Inhoudsopgave

Advertenties

Form No. 3326-506
13-32XLE
Wheel Horse Gazontractor
Modelnr. 71209—Serienr. 220010001 en hoger
Gebruikershandleiding
Nederlands (NL)

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Toro Wheel Horse 13-32XLE

  • Pagina 1 Form No. 3326-506 13-32XLE Wheel Horse Gazontractor Modelnr. 71209—Serienr. 220010001 en hoger Gebruikershandleiding Nederlands (NL)
  • Pagina 2: Inhoudsopgave

    ....informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met een erkende Toro-dealer of met de klantenservice van Toro. U Koplampen ......
  • Pagina 3: Veiligheid

    U kunt het modelnummer en het serienummer noteren in de Veilige bediening ruimte hieronder: De volgende instructies zijn ontleend aan de CEN norm EN 836:1997. Modelnr.: Dit product kan handen of voeten afsnijden en voorwerpen uitwerpen. Volg altijd alle veiligheidsinstructies op om Serienr.: ernstig lichamelijk of dodelijk letsel te voorkomen.
  • Pagina 4: Voor Ingebruikname

    Voor ingebruikname Denk eraan dat elke helling gevaarlijk is. Het rijden op met gras begroeide hellingen vereist bijzondere Draag tijdens het maaien altijd een lange broek en voorzichtigheid. Om te voorkomen dat de machine stevige schoenen. Draag geen schoenen met open tenen kantelt: en loop niet op blote voeten.
  • Pagina 5: Onderhoud En Stalling

    – voordat u verstoppingen losmaakt of de afvoer- De volgende lijst bevat veiligheidsinstructies die specifiek tunnel ontstopt; zijn toegesneden op Toro-producten, of andere veiligheidsinstructies die niet zijn opgenomen in de – voordat u de maaimachine gaat controleren, CEN-norm.
  • Pagina 7: Hellingsdiagram

    Hellingsdiagram BRENG DEZE RAND IN LIJN MET EEN VERTICAAL OPPERVLAK (BOOM, GEBOUW, PAAL, ENZ.)
  • Pagina 9: Veiligheids- En Instructiestickers

    Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 92-5730 1. Choke 3. Gashendel—langzaam 2. Gashendel—snel 93-6675 1. Om de parkeerrem in werking te stellen, moet u de koppeling/ het rempedaal intrappen, de parkeerremhendel omhoog zetten en uw voet van de koppeling/het rempedaal nemen.
  • Pagina 10 93-7009 1. Maaimachine kan voorwerpen uitwerpen—Zorg ervoor dat het veiligheidsscherm op zijn plaats zit. 2. Handen en voeten kunnen worden gesneden/geamputeerd— Blijf uit de buurt van draaiende messen en bewegende onderdelen. 104–4164 1. Bevat lood—Werp de accu 4. Geen vonken of vuur en niet 6.
  • Pagina 11 104-4163 1. Risico van explosie 4. Draag oogbescherming 2. Geen vonken of vuur en 5. Lees de gebruikers- 93-7010 niet roken handleiding 1. Machine kan voorwerpen uitwerpen—Houd omstanders op een 3. Risico van bijtende 6. Houd omstanders op een afstand. vloeistof—Brandwonden afstand op handen en...
  • Pagina 12: Benzine En Olie

    Benzine en olie Gebruik van stabilizer/conditioner Aanbevolen benzine Gebruik van stabilizer/conditioner in de machine biedt de volgende voordelen: Gebruik normale LOODVRIJE benzine voor automobielen (octaangetal minimaal 85). Gelode normale benzine kan Houdt de benzine vers gedurende stalling van 90 dagen worden gebruikt als loodvrije benzine niet verkrijgbaar is.
  • Pagina 13: Gebruiksaanwijzing

    Gebruiksaanwijzing Parkeerrem in werking stellen 1. Trap de koppeling/het rempedaal (Fig. 3) in en houd het ingetrapt. Veiligheid staat voorop 2. Beweeg de parkeerremhendel (Fig. 3) omhoog en laat Lees aandachtig alle veiligheidsinstructies en –stickers in het koppeling/rempedaal langzaam opkomen. De het hoofdstuk Veilige bediening.
  • Pagina 14: Koplampen

    Koplampen De maaihoogte instellen Sommige modellen kunnen als optie met koplampen Met de maaihoogtehendel (maaikastverstelling) stelt u de worden uitgerust. De koplampen worden bediend via een maaimachine op de gewenste maaihoogte in. De Aan/Uit schakelaar op het dashboard (Fig. 2). De lampen maaihoogte kan in zeven standen worden gezet, van werken alleen als de motor loopt en de schakelaar op Aan ongeveer 25 tot 102 mm.
  • Pagina 15: Het Veiligheidssysteem

    7. Zodra de motor start, zet u de gashendel langzaam op Snel (Fig. 9). Als de motor afslaat of hapert, moet u de gashendel weer enkele seconden op Choke zetten. Zet vervolgens de gashendel weer op Snel. Herhaal dit indien nodig. Figuur 10 1.
  • Pagina 16 KeyChoice -schakelaar instellen voor Werken in de Achteruit-stand. Dankzij een interlockschakelaar op de tractor wordt de aftakas uitgeschakeld als u achteruit rijdt. Als u de machine in de achteruit-stand zet terwijl de aftakas is ingeschakeld (dat wil zeggen als er maaimessen of andere werktuigen in gebruik zijn), zal de motor afslaan.
  • Pagina 17: Veiligheidssysteem Testen

    Veiligheidssysteem testen Vooruit en achteruit rijden Met de gashendel regelt u de snelheid van de motor, Voorzichtig oftewel het toerental (in omwentelingen per minuut). Om vooruit of achteruit te rijden, trapt u de koppeling/het Niet-aangesloten of beschadigde rempedaal in. Zet de rijsnelheidshendel in de gewenste interlockschakelaars kunnen onverwachte versnelling vooruit of achteruit.
  • Pagina 18: De Machine Stoppen

    De machine stoppen De maaimachine is uitgerust met een scharnierende grasgeleider, die het maaisel zijwaarts en omlaag naar het gazon afvoert. Om de machine te stoppen, moet u de koppeling/rempedaal intrappen, de versnelling in de neutraalstand zetten, de Om gemaaid gras fijn te maken, moet u eerst de aftakas uitschakelen, en het contactsleuteltje op Uit draaien afvoerafsluiter plaatsen (niet op alle modellen standaard om de motor uit te zetten.
  • Pagina 19: Maaitips

    Maaitips Gras niet te kort afmaaien Als de maaibreedte van de maaimachine groter is dan die Snel-stand gashendel van de maaimachine die u voorheen gebruikte, zet u de maaihoogte één stand hoger. Hierdoor voorkomt u dat Voor een optimaal maairesultaat en een maximale oneffenheden te kort worden afgemaaid.
  • Pagina 20: Onderhoud

    Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van het voertuig. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Na de eerste vijf bedrijfsuren Motorolie verversen. Het motoroliepeil controleren. Na elk gebruik Veiligheidssysteem controleren. Maaikast reinigen. Remmen controleren. Om de 5 bedrijfsuren Maaimes controleren.
  • Pagina 21: Motorolie Controleren

    Motorolie controleren Controleer het oliepeil om de 8 bedrijfsuren of dagelijks. Ververs de motorolie na de eerste 5 bedrijfsuren en daarna om de 50 bedrijfsuren. Opmerking: Ververs de olie vaker als het voertuig in zeer stoffige of zanderige omstandigheden moet werken. Type olie: Reinigingsolie (API-onderhoudsclassificatie SF, SG, SH, SJ, of hoger) Carterinhoud: 1,4 l...
  • Pagina 22: Onderhoud Van De Accu

    Onderhoud van de accu Waarschuwing Waarschuwing Als accukabels verkeerd worden verbonden, kan dit schade aan de tractor en de kabels tot gevolg Accuklemmen, accupolen en dergelijke onderdelen hebben en vonken veroorzaken. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen, die lichamelijk bevatten lood en loodverbindingen. Van deze stoffen is bekend dat ze kanker en schade aan de letsel kunnen veroorzaken.
  • Pagina 23: Accu Opladen

    Zuurpeil controleren 5. Wacht na het bijvullen van de accucellen vijf tot tien minuten. Vul, zonodig, gedestilleerd water bij totdat het 1. Klap de zitting naar voren. Hieronder bevindt zich de accu. zuurpeil de Bovenste streep (Fig. 17) op de accubehuizing bereikt.
  • Pagina 24: Onderhoud Van De Rem

    5. Installeer de accu in de tractor en sluit de accukabels Smeren aan; zie Accu monteren, blz. 22. De machine om de 25 bedrijfsuren of jaarlijks doorsmeren, Opmerking: Gebruik de tractor nooit wanneer de accu is waarbij de kortste periode moet worden aangehouden. De losgekoppeld.
  • Pagina 25: Onderhoud Van Het Luchtfilter

    Onderhoud van het luchtfilter 5. Rubbermoer eraf draaien en papierelement verwijderen (Fig. 23). Schuimelement: Om de 25 bedrijfsuren reinigen en met olie bestrijken. Papierelement: Om de 100 bedrijfsuren of jaarlijks vervangen, waarbij de kortste periode moet worden aangehouden. Opmerking: Het luchtfilter moet vaker een onderhoudsbeurt krijgen (om de paar uren) als het voertuig wordt gebruikt in buitengewoon stoffige of zanderige omstandigheden.
  • Pagina 26: Schuimelement En Papierelement Installeren

    2. Papierelement Onderhoud van de bougie A. Klop het element voorzichtig tegen een vlak Vervang de bougie om de 100 bedrijfsuren. Controleer de oppervlak om vuil en stof te verwijderen (Fig. 25). bougie om de 25 bedrijfsuren. Controleer of de elektroden- afstand correct is voordat u de bougie monteert.
  • Pagina 27: Bougie Monteren

    Benzine aftappen uit de brandstoftank Gevaar 0,762 mm In bepaalde omstandigheden is benzine uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie van benzine kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. Tap de benzine af uit de brandstoftank wanneer m–1870 de motor koud is.
  • Pagina 28: Brandstoffilter Vervangen

    Brandstoffilter vervangen Koplampen Vervang het brandstoffilter om de 100 bedrijfsuren of elk Specificatie: Gloeilamp nr. 1156, type voor automobielen jaar, waarbij de kortste periode moet worden aangehouden. Gloeilamp verwijderen U kunt het brandstoffilter (Fig. 29) het best vervangen als 1. Schakel de aftakas uit, zet de versnelling in de de brandstoftank leeg is.
  • Pagina 29: Gloeilamp Monteren

    Gloeilamp monteren 3. Controleer het mes (de messen), met name het gebogen deel (Fig. 33). Als u beschadiging, slijtage of 1. Aan de zijkant van de lampvoet zitten metalen pennen. groefvorming in dit deel constateert (Fig. 33), moet u Houd de pennen voor de sleuven in de lamphouder en het mes direct vervangen.
  • Pagina 30: Maaimes(Sen) Slijpen

    Maaimes(sen) slijpen 4. Verwijder de veer van de maaihoogte-instelling van de bout (Fig. 37), met behulp van de bij de tractor 1. Gebruik een vijl om de snijranden aan beide uiteinden geleverde veertrekker. De veer bevindt zich tussen het van het mes te slijpen (Fig. 35). Houd daarbij de frame en het rechter achterwiel.
  • Pagina 31: Belangrijk

    7. Verwijder de bouten en de moeren en trek beide 9. Verwijder de drijfriem van de maaieenheid van de bevestigingsbeugels van de maaieenheid omlaag uit de motorpoelie (Fig. 41). Als u voorzichtig te werk gaat, vooras (Fig. 39). kunt u de riemgeleider(s) net genoeg van de poelie af drukken, zodat u de aandrijfriem kunt verwijderen.
  • Pagina 32: De Maaieenheid Monteren

    De maaieenheid monteren 6. Zet de maaihoogtehendel in inkeping “A”. 7. Schuif het uiteinde van de lange stang door het gat in de 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, bevestigingsbeugel (Fig. 43). Monteer de ring en de pen schakel de aftakas uit, zet de versnelling in de om de stang vast te zetten op zijn plaats.
  • Pagina 33: Drijfriem Van Maaimes

    10. Zet de maaihoogtehendel in inkeping “D” om de Drijfriem van maaimes montage van de veer van de maaihoogte-instelling te vergemakkelijken. Drijfriem van maaimes verwijderen 11. Bevestig de veer van de maaihoogte-instelling aan de 1. Verwijder de maaieenheid, zie De maaieenheid bout (Fig.
  • Pagina 34: Maaimachine Horizontaal Stellen

    Maaimachine horizontaal stellen De maaimessen moeten in dwarsrichting horizontaal staan. Controleer de horizontale stand van de maaimachine telkens wanneer u de maaieenheid monteert, of wanneer het maairesultaat onregelmatig is. Alvorens de maaimachine horizontaal te stellen, moet u ervoor zorgen dat de voor- en achterbanden de aanbevolen spanning hebben;...
  • Pagina 35 5. U controleert de schuinstand van de maaimachine door 7. Controleer nogmaals de schuinstand van de de afstand tussen de onderkant van de maaimachine maaimachine. Als de voorkant van de maaimachine (middenvoor en middenachter) en de vlakke ondergrond meer dan 16 mm lager is dan de achterkant, is te meten (Fig.
  • Pagina 36: Onderkant Van Maaimachine Wassen

    11. Als u de correcte schuinstand van de machine (6 tot Opmerking: Smeer petrolatum op de O-ring van de 16 mm) niet kunt verkrijgen door te draaien aan de wasaanluiting om de koppeling gemakkelijker te bevestigen stelmoer, moet u de bevestigingsbeugel op de en de O-ring te beschermen.
  • Pagina 37: Reiniging En Stalling

    Reiniging en stalling D. Motor opnieuw starten en laten lopen totdat deze afslaat. 1. Schakel de aftakas uit, stel de parkeerrem in werking, E. Bedien de choke of hulpstarter. zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact. F.
  • Pagina 38: Elektrisch Schema

    Elektrisch schema KEY SWITCH NO CONNECTION B I A AND X Y WIRE COLOR CODES START B I S BROWN PINK (IGNITION) BLUE BLACK GREY YELLOW WHITE VIOLET GREEN KEY SW ORANGE BATTERY (PTO) SHOWN WITH PTO DISENGAGED FUEL SOLENIOD ALTERNATOR SEAT CLOSED WHEN OPERATOR...
  • Pagina 39: Storingen, Oorzaak En Remedie

    Storingen, oorzaak en remedie Probleem Mogelijke oorzaken Remedie De startmotor slaat niet aan. 1. De aftakas is ingeschakeld. 1. Aftakas uitschakelen. 2. De parkeerrem is niet in 2. Stel de parkeerrem in werking. werking. 3. De accu is leeg. 3. Accu opladen. 4.
  • Pagina 40 Probleem Mogelijke oorzaken Remedie De motor verliest vermogen. 6. De ventilatieopening in de 6. Brandstoftankdop reinigen of brandstoftankdop is verstopt. vervangen. 7. Er zit vuil in het brandstoffilter. 7. Brandstoffilter vervangen. 8. Vuil, water of oude benzine in 8. Neem contact op met een het brandstofsysteem.

Deze handleiding is ook geschikt voor:

71209

Inhoudsopgave