8.2.3
Controleer oliepeil met oliepeilglas (optioneel)
Als er een oliepeilglas aanwezig is, moet het oliepeil
zichtbaar zijn. Bij hete olie komt het oliepeil
koude olie staat het oliepeil
Afbeelding 8-2
Corrigeer het oliepeil
8.2.4
Oliepeil met oliepeilstok controleren (optioneel)
Steek de oliepeilstok in, maar schroef deze niet vast om het oliepeil te controleren.
Het oliepeil moet zich tussen de onderste en bovenste markering van de oliepeilstok
bevinden.
Bij gebruik van de elektrische oliepeilbewaking moet het oliepeil zich aan de bovenste
markering van de oliepeilstok bevinden.
Corrigeer indien nodig het oliepeil en controleer het dan nogmaals.
8.2.5
Oliekwaliteit controleren
Door het vanbuiten bekijken kunnen tekenen van invloeden op de olie worden herkend. De
nog ongebruikte olie is visueel helder, heeft een typische geur en een voor het product
specifieke kleur. Vertroebelingen of een vlokkig uiterlijk doen water en / of verontreinigingen
vermoeden. Een donkere tot zwarte verkleuring wijst op de vorming van residuen, sterke
thermische afbraak of verontreiniging.
Let op het symbool in de bouwvormafbeeldingen, zie Inbouwposities (Pagina 61):
Ontluchting
BA 2515
Bedieningshandleiding, 08/2018, A5E38197497A/RS-AD
①
onder het midden van het peilglas.
Oliepeil in het oliepeilglas
①
eventueel en controleer het dan nogmaals.
Bijvullen van olie
8.2 Smeerstoffen controleren en vervangen
①
in het midden van het peilglas
①
tot over het midden van het peilglas. Bij
Oliepeil
Service en onderhoud
43