Algemene aanwijzingen en veiligheidsaanwijzingen
1.6 Speciale gevarentypes
1.6
Speciale gevarentypes
Extreme oppervlaktetemperaturen
Bij hete oppervlakken van meer dan +55 °C bestaat gevaar voor brandwonden.
Bij koude oppervlakken onder 0 °C bestaat het gevaar van schade door koude.
Transmissies en transmissiemotoren niet onbeschermd aanraken.
Hete uittredende olie
Vóór alle werkzaamheden wachten, tot de olie tot onder +30 °C is afgekoeld.
Giftige dampen bij werkzaamheden met oplosmiddelen.
Bij werkzaamheden met oplosmiddelen de dampen niet inademen.
Zorg voor voldoende ventilatie.
Explosiegevaar bij werkzaamheden met oplosmiddelen.
Zorg voor voldoende ventilatie.
Niet roken.
Gevaar voor oogletsel
Door de roterende delen kunnen vreemde materialen zoals zand of stof teruggeslingerd
worden.
Draag een veiligheidsbril.
Draag naast de voorgeschreven persoonlijke veiligheidsuitrusting geschikte
veiligheidshandschoenen en een geschikte veiligheidsbril.
12
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Bedieningshandleiding, 08/2018, A5E38197497A/RS-AD
BA 2515