Inbedrijfstelling
5.3 Be-/ontluchtingsfilter
5.3
Be-/ontluchtingsfilter
Be-/ontluchtingsfilter zonder borglipje
Bij transmissies met een vereiste ontluchting van de behuizing wordt de benodigde be- en
ontluchtingsfilter of de drukontluchtingsventiel zonder borglipje los meegeleverd. Vervang
deze voor de inbedrijfstelling van de transmissie door de ontluchtingsschroef.
Let op het symbool in de bouwvormafbeeldingen, zie Inbouwposities (Pagina 61):
Ontluchting
Procedure
1. Draai de ontluchtingsschroef eruit.
2. Sluit de transmissie met het be- en ontluchtingsfilter of de drukontluchtingsventiel zonder
borglipje.
U hebt de be- / ontluchtingsfilter of het drukontluchtingsventiel zonder borglipje door de
ontluchtingsschroef vervangen.
Drukontluchtingsventiel met borglipje
Bij transmissies met een vereiste ontluchting van de behuizing is de drukontluchtingsventiel
met borglipje
Afbeelding 5-1
Verwijder de transportbeveiliging door het borglipje
trekken.
32
①
gemonteerd.
Drukontluchtingsventiel met borglipje
①
in de richting van de pijl eraf te
Bedieningshandleiding, 08/2018, A5E38197497A/RS-AD
BA 2515