Onderhoud
1
4
2
m–1805
Figuur 43
1. Stang
2. R-pen en ring
9.
Kijk onder de tractor en pak de
maaikoppelingskabel, die u eerder in de
framerand hebt geplaatst.
10. Verwijder de eerste moer en schuif de tweede
moer helemaal over de maaikoppelingskabel
heen. Voer de kabel door de sleuf in de
bevestigingsbeugel en schuif de tweede moer
over de kabel heen (fig. 44).
11. Haak de ring aan het uiteinde van de
maaikoppelingskabel aan de veer (fig. 44).
1
5
Figuur 44
1. Maaikoppelingskabel
2. Sleuf in
bevestigingsbeugel
40
2
3. Stelbeugel
4. Bevestigingsbeugel
4
2
3
3. Ring aan kabeleind
4. Veer
5. Moer
12. Zet de maaikoppelingshendel op het dashboard
op "INGESCHAKELD". Meet de afstand tussen
de haken aan de uiteinden van de veer (fig. 45).
Moeren afstellen totdat een lengte van 150 mm
(6") wordt bereikt (fig. 45).
13. Moeren goed vastdraaien en maaikoppeling
uitschakelen.
3
1
2
1. Maaikoppelingskabel
2. Veer
3. Moer
14. Zet de maaihoogtehendel in stand "D" om
plaatsing van de veer te vereenvoudigen.
15. Haak de veer van het maaihoogte-mechanisme
aan de bout (fig. 46), met behulp van de
veertrekker die bij de tractor geleverd is.
m–2384
1. Veer
2. Bout
3
4
Figuur 45
4. 150 mm (6")
(ingeschakeld)
1
2
3
Figuur 46
3. Veertrekker
m–2385
m–1851