Gloeilamp monteren
1.
Aan de zijkant van de lampvoet zitten metalen
pennen. Houd de pennen voor de sleuven in de
lamphouder en steek de lampvoet in de houder
(fig. 19). De lamp in de houder drukken en
rechtsom draaien tot aanslag.
2
4
3
Figuur 19
1. Gloeilamp
2. Metalen pennen
2.
Aan de lamphouder zitten twee lippen (fig. 18).
Houd de lippen voor de sleuven in de reflector,
steek de lamphouder in de reflector en draai deze
1/4 slag rechtsom tot aanslag.
3.
Druk de stekkers op de polen van de
lamphouder.
Accu
Onderhoudsinterval/Specificatie
Controleer het zuurpeil van de accu voor elk gebruik.
Houd de accu altijd schoon en volledig geladen.
Gebruik een tissue om de accubak schoon te maken.
Als de accupolen geoxydeerd zijn, deze schoonmaken
met een oplossing van vier delen water en één deel
zuiveringszout. Breng een laagje zuurvrij vet
(vaseline) op de accupolen aan om oxydatie te
voorkomen.
Spanning: 12 V, 160 A (koude start)
1
2
4
m–1875
3. Lamphouder
4. Sleuven
Accu verwijderen
1.
Maaikoppeling (aftakas) uitschakelen,
versnelling in neutraal zetten, parkeerrem in
werking stellen en contactsleutel in de stand
"OFF" draaien om de motor af te zetten.
2.
Klap de zitting naar voren. Hieronder bevindt
zich de accu.
3.
Maak de minkabel (zwart) los van de accupool
(fig. 20).
4.
Schuif het rubber kapje van de pluskabel (rood)
terug over de kabel. Maak de pluskabel (rood)
los van de accupool (fig. 20).
5.
Verwijder de accubak, de accu en de lange
ontluchtingsslang uit het chassis (fig. 21).
5
1
3
Figuur 20
1. Minkabel (zwart)
2. Rubber kapje
3. Pluskabel (rood)
Onderhoud
2
4
m–1876
4. Accubak
5. Bout en vleugelmoer
27