Onderhoud
8.
Leg de kabel opzij in de framerand, zodat die
niet in de drijfriemen of poelies vast komt te
zitten.
1
5
Figuur 38
1. Maaikoppelingskabel
2. Ring aan kabeleind
3. Veer
9.
Verwijder de bouten en moeren en trek de twee
bevestigingsbeugels van de maaieenheid omlaag
van de vooras af (fig. 39).
3
Figuur 39
1. Bevestigingsbeugel
2. Bout 5/16-18 x 2-1/2"
10. Verwijder de R-pen en ring van het uiteinde van
de stang (fig. 40). Schuif de stang uit de onderste
bevestigingsbeugel van de maaier.
38
4
2
3
4. Moer
5. Bevestigingsbeugel
2
1
m–4187
3. Moer
11. Verwijder de R-pen en ring van de stelbeugel
van de maaier (fig. 40). Schuif de beugel van de
pen af. De ring en R-pen er weer op aanbrengen,
zodat ze niet zoekraken.
12. Draai de stelbeugel omhoog naar het frame toe
en haak de stang zolang in één van de gaten. Zet
de stang vast met de ring en R-pen. Herhaal dit
aan de andere kant van de maaieenheid.
13. Zet de maaihoogtehendel in stand "D". Haak de
veer van het mechanisme zolang aan de
bevestigingsbout (fig. 37).
2
4
m–1805
Figuur 40
1. R-pen en ring
2. Stang
3. Stelbeugel
14. Verwijder de drijfriem van de motorpoelie
(fig. 41). Als u voorzichtig te werk gaat, kunt u
de riemgeleiders net genoeg van de poelie af
drukken, zodat u de aandrijfriem kunt
verwijderen. Als u de riem niet op deze manier
kunt verwijderen, draait u de bevestigingsbouten
en -moeren van de riemgeleiders los.
Belangrijk: De riemgeleiders niet van de poelie
af buigen, omdat de aandrijfriem
dan niet goed werkt als u de maaier
later weer monteert.
1
3
1
4. Bevestigingsbeugel
maaier