Inhoudsopgave
Advertenties
10.
Maak het membraan (3) los van de aandrijfas door doseerkop (2),
membraan (3) en kopschijf (4) met een licht rukje linksom te
draaien.
11.
Trek de doseerkop (2) met de bouten (1) uit het membraan (3) en
schroef deze helemaal van de aandrijfas af.
12.
Neem de kopschijf (4) van de pompbehuizing (6) af.
13.
Controleer de toestand van het veiligheidsmembraan (5) en vervang
dit indien nodig.
14.
Schuif het veiligheidsmembraan (5) slechts zover op de aandrijfas,
dat dit plat tegen de pompbehuizing (6) ligt, en niet verder!
15.
Schroef al proberend het nieuwe membraan (3) tot aan de aanslag
op de aandrijfas. Dit moet goed worden uitgevoerd, omdat de pomp
anders later niet exact doseert!
16.
Controleer of de boorgaten in het membraan in lijn liggen met die
van de pompbehuizing.
17.
Wanneer dat niet zo is, start u de pomp en stelt u de slaglengte in
op 100%.
18.
Draai bij lopende pomp het membraan (3) langzaam met de wijzers
van de klok mee, totdat de 4 boorgaten van het membraan in lijn
met die van de pompbehuizing (6) komen te liggen. Draai het mem‐
braan niet tegen de wijzers van de klok in!
19.
Houd het membraan (3) in deze positie, stel de slaglengte in op 0%
en stop de pomp.
20.
Schroef het membraan (3) er weer af.
21.
Plaats de kopschijf (4) op de pompbehuizing (6).
VOORZICHTIG!
–
De lekkageboring moet in de definitieve montage‐
positie van de pomp naar beneden zijn gericht; zie
hoofdstuk "Onderhoud"!
–
Plaats de kopschijf (4) meteen in de juiste positie
op de pompbehuizing (6)! Verdraai de kopschijf
niet op de pompbehuizing, zodat het veiligheids‐
membraan (5) niet wordt vervormd!
22.
Leg het membraan (3) in de kopschijf (4).
VOORZICHTIG!
–
Draai het membraan (3) bij de volgende stap niet
te vast!
–
De kopschijf (4) moet daarbij op zijn plaats blijven,
zodat het veiligheidsmembraan niet wordt ver‐
vormd!
23.
Houd de kopschijf (4) vast en draai het membraan (3) rechtsom vast
totdat dit goed vast zit (de verdraaiweerstand van de terugtrekveer
wordt voelbaar).
24.
Plaats de doseerkop (2) met de bouten (1) op het membraan (3) en
de kopschijf (4). De zuigaansluiting moet in de definitieve montage‐
positie van de pomp naar beneden zijn gericht.
25.
Draai de bouten (1) eerst licht aan en draai ze vervolgens kruisge‐
wijs vast. Zie onderstaand voor het aanhaalmoment.
Reparatie
79
Advertenties
Inhoudsopgave
