Samenvatting van Inhoud voor ProMinent delta DLTa Series
Pagina 1
Gebruikershandleiding Magneetdoseerpomp delta DLTa met ® gestuurde magnetische aandrijving optoDrive ® P_DE_0002_SW Voor het begin van alle werkzaamheden de handleiding lezen! Nooit weggooien! De gebruiker is aansprakelijk bij schade als gevolg van installatie- en bedieningsfouten! Technische wijzigingen voorbehouden! Artikelnummer 985176 Originele gebruikershandleiding (2006/42/EG) BA DE 004 01/14 NL...
Aanvullende aanwijzingen Aanvullende aanwijzingen Lees de volgende aanvullende aanwijzingen door! Wanneer u deze kent, doet u daarmee uw voordeel tijdens het gebruik van de gebruikershandlei‐ ding. In de tekst zijn de volgende onderdelen geaccentueerd: Opsommingen Afb. 1: Aub lezen! Instructies ð...
Inhoudsopgave Inhoudsopgave Identcode..................6 Over deze pomp................9 Veiligheid, hoofdstuk..............10 Opslag, transport en uitpakken............15 Overzicht van het apparaat en de bedieningselementen....16 5.1 Overzicht van het apparaat........... 16 5.2 Bedieningselementen............17 5.2.1 Toetsfuncties..............17 5.2.2 Slaginstelknop..............18 5.2.3 Indicatoren................. 18 Functieomschrijving...............
Pagina 4
Inhoudsopgave 10.6 Instellingen voor programmeerbare functies (menu "Instel‐ lingen")................49 10.6.1 Instellingen voor de functie "Concentratie" (menu Con‐ centratie)................49 10.6.2 Instellingen voor de functie "Hulpfrequentie" (menu Aux) 58 10.6.3 Instellingen voor de functie "Debiet" (menu Debiet)..58 10.6.4 Instellingen voor de functie "Kalibreren" (menu Kali‐ breren)................
Aansluiting voor slang 12/6, perszijde standaard Aansluiting drukzijdig voor slang 8/4, zuigzijde standaard Membraanbreukmelder Zonder membraanbreukmelder Membraanbreukmelder Met dubbel membraansysteem en membraanbreukmelder, druk‐ sensor Uitvoering Met ProMinent-logo Elektrische aansluiting Universele aansturing 100 - 230 V ±10%, 50/60 Hz Kabel en stekker...
Pagina 6
Identcode Serie delta , versie a ® 2 m Europa 2 m Zwitserland 2 m Australië 2 m USA / 115 V 2 m open einde Relais Zonder relais Storingsmeldrelais 1 x wisselcontact afvallend 230 V - 8 A Storingsmeldrelais 1 x wisselcontact opkomend 230 V - 8 A...
Pagina 7
Identcode Serie delta , versie a ® Toegangscode Zonder toegangs‐ code Met toegangscode Taal Duits Engels Frans Spaans Pauze/niveau Pauze verbreker, niveau verbreker...
Over deze pomp Over deze pomp Eigenschappen van het apparaat De magneetdoseerpompen uit de serie delta ® met gestuurde magneetaan‐ drijving optoDrive ® zijn microprocessorgestuurde magneetdoseerpompen met de volgende eigenschappen: Continue of pulserende werking Aanpassing van de pomp aan het doseermedium Detectie van verstopte doseerplaatsen, gesprongen doseerleidingen en ingesloten lucht- of gasbellen in de doseerkop door middel van geïntegreerde injectiecontrole optoGuard.
De algemene beperkingen met betrekking tot viscositeitsgrens‐ waarden, chemicaliënbestendigheid en de lekdichtheid moeten worden opgevolgd - zie ook de ProMinent ® bestendigheidslijst in de productcatalogus of op www.prominent.com/en/downloads! Alle andere toepassingen en/of het ombouwen zijn verboden.
Pagina 10
Veiligheid, hoofdstuk Kwalificatie personeel Activiteit Kwalificatie Opslag, transport, uitpakken Geïnstrueerd persoon Monteren Deskundig personeel, serviceafde‐ ling Hydraulische installatie plannen Deskundig personeel dat aantoon‐ baar vertrouwd is met het gebruik van doseerpompen Hydraulische installatie Deskundig personeel, serviceafde‐ ling Elektrische installatie Elektromonteur Bediening Geïnstrueerd persoon Onderhoud, reparatie...
Pagina 11
VOORZICHTIG! Waarschuwing voor rondspuitend doseermedium Een ongeschikt doseermedium kan de pompdelen waarmee het medium in aanraking komt, beschadigen. – Houd bij het kiezen van het doseermedium rekening met de bestendigheid van de materialen - zie de ProMinent productcatalogus op www.prominent.com/en/downloads.
Pagina 12
Gebruik van niet originele delen kan persoonlijk letsel en materiële schade tot gevolg hebben. – Bouw uitsluitend onderdelen in doseerpompen die door ProMinent zijn gecontroleerd en aanbevolen. VOORZICHTIG! Gevaar door onjuist bediende of slecht onderhouden pomp Een slecht toegankelijke pomp kan gevaarlijk zijn door onjuiste bediening en slecht onderhoud.
Pagina 13
Veiligheid, hoofdstuk Instructies voor noodgevallen Haal bij een ongeluk veroorzaakt door elektriciteit de voedingskabel uit het stopcontact of bedien de noodstopschakelaar van de installatie! [Stop/Start] Druk bij een eventuele lekkage van doseermedium op de toets om te pomp uit te schakelen. Maak eventueel ook de hydraulische onder‐ delen van de pomp drukloos.
Pak de pomp rechtop en vlakbij de doseereenheid beet. Veiligheidsaanwijzingen WAARSCHUWING! Het is verboden pompen te verzenden waarmee radioactieve doseermedia zijn gedoseerd! Deze worden door ProMinent bovendien niet aangenomen! WAARSCHUWING! Stuur de doseerpomp voor reparatie alleen in gereinigde toe‐ stand en met een schoongespoelde doseereenheid op. Zie "Buitenbedrijfstelling"! De doseerpomp uitsluitend vergezeld van een volledig inge‐...
Overzicht van het apparaat en de bedieningselementen Overzicht van het apparaat en de bedieningselementen 5.1 Overzicht van het apparaat P_DE_0027_SW Afb. 2 Bedieningseenheid Aandrijfeenheid Doseereenheid P_DE_0019_SW Afb. 3 Persventiel Kopschijf Doseerkop Ontluchtingsventiel Bypass-slangpilaar Membraanbreuksensor Zuigventiel...
Overzicht van het apparaat en de bedieningselementen 5.2 Bedieningselementen P_DE_0017_SW Afb. 4: a) indicatoren en toetsen, b) elektrische besturingsaansluitingen LCD-scherm Slaginstelknop Toets [OMHOOG] Toets Toets [OMLAAG] [STOP/START] Toets Toets Bedrijfstoestandindicator (groen) Waarschuwingsindicator (geel) 10 Storingsindicator (rood) 11 Bus "Externe aansturing" 12 Bus "Doseerbewaking"...
Overzicht van het apparaat en de bedieningselementen Toets Gebruik In Continuweergaven (bedienen) In de Instelmodus (instellen) B0098 1 x ingedrukt Wisselen tussen de Continuweer‐ Wisselen tussen "Wijziging van gaven afzonderlijke cijfers" en "Wijziging van een getal" 2 x ingedrukt Bij "Wijziging van afzonderlijke cij‐ fers": Naar het eerste cijfer gaan lang ingedrukt Wisselen tussen de Nevenweergaven...
Pagina 18
Overzicht van het apparaat en de bedieningselementen Pictogram Extra pictogram Naam Betekenis Stop: De pomp werd met de toets [STOP/START] stopgezet (dus handmatig). Pauze: De pomp werd extern via het pauzecontact stopgezet. Hulpfrequentie: De pomp pompt op dit moment met de hulpfrequentie als slagfrequentie.
Pagina 19
Overzicht van het apparaat en de bedieningselementen Pictogram Extra pictogram Naam Betekenis i kleiner dan 4 mA: Problemen met het normsignaal aan de normsignaaluit‐ i < 4 i < 4 gang, bijv. door kabelbreuk. i groter dan 23 mA: Het normsignaal aan de normsignaaluitgang wijst op een i >...
Functieomschrijving Functieomschrijving 6.1 Doseereenheid Het doseren vindt als volgt plaats: het doseermembraan wordt in de doseerkop gedrukt; door de druk in de doseerkop sluit het zuigventiel en het doseermedium stroomt door het persventiel uit de doseerkop. Nu wordt het doseermembraan uit de doseerkop gehaald; door de onderdruk in de doseerkop sluit het persventiel en er stroomt vers doseermedium door het zuigventiel in de doseerkop.
Functieomschrijving 6.3 Doseercapaciteit De doseercapaciteit is afhankelijk van de slaglengte en de slagfrequentie. De slaglengte kunt u met de slaginstelknop instellen van 0 tot 100%. Wij adviseren een slaglengte tussen 30 en 100% voor het bereiken van de aangegeven reproduceerbaarheid. Met de pijltoetsen kunt u de slagfrequentie instellen op 0 tot 200 slagen/ min (200 slagen/min ≜12.000 slagen/u) (niet in bedrijfsmodus "Analog").
Functieomschrijving „Instellingen “ overschakelen op een vast Functie "Hulpfrequentie" Hiermee kunt u in het menu instelbare slagfrequentie, via de bus "Externe aansturing". Deze hulpfre‐ quentie heeft voorrang op de slagfrequentie-instellingen van de bedrijfs‐ modussen. Functie "Debiet" Wanneer er een doseerbewaking is aangesloten, wordt door deze functie bij de doseerwijze "pulserend"...
Functieomschrijving Optie "mA-uitgang" Het signaal I van de stroomuitgang signaleert het huidige rekenkundige doseervolume van de pomp. De optie "mA-uitgang" kan later worden inge‐ bouwd via een opening in de bedieningseenheid. Bij deze optie is daarnaast altijd een storingsmeldrelais of een taktgeefre‐ lais inbegrepen.
Monteren Monteren De maten op de maatschets en van de pomp verge‐ – lijken. WAARSCHUWING! Gevaar voor elektrische schok Wanneer water of andere elektrisch geleidende vloeistoffen anders dan via de zuigaansluiting in de pomp terechtkomen, kan dat een elektrische schok veroorzaken. –...
Een ongeschikt doseermedium kan de pompdelen waarmee het medium in aanraking komt, beschadigen. – Houd bij het kiezen van het doseermedium rekening met de bestendigheid van de materialen - zie de ProMinent productcatalogus op www.prominent.com/en/downloads. VOORZICHTIG! Waarschuwing voor rondspuitend doseermedium Een pomp die nog niet volledig hydraulisch is geïnstalleerd,...
Hydraulisch installeren 8.1 Slangleidingen installeren 8.1.1 Installeren bij doseerpompen zonder ontluchting Veiligheidsaanwijzingen VOORZICHTIG! Waarschuwing voor rondspuitend doseermedium Wanneer de leidingen op onjuiste wijze worden geïnstalleerd kunnen ze losraken of springen. – Leg alle slangleidingen aan zonder mechanisch span‐ ningen en zonder knikken. –...
Pagina 27
Hydraulisch installeren VOORZICHTIG! Ongecontroleerd stromend doseermedium Bij te grote voordruk kan het doseermedium ongecontroleerd door de pomp worden gedrukt. – De maximaal toegestane voordruk van de doseerpomp mag niet worden overschreden; zie hiervoor de product‐ specifieke gebruikershandleiding. Ontwerp het leidingenplan zodanig dat in noodgevallen de doseerpomp en de doseereenheid vanaf de zijkant kunnen worden verwijderd.
Hydraulisch installeren Slang Wartelmoer Klemring Doorvoertule O-ring resp. vlakke afdichting Ventiel P_MAZ_0021_SW Afb. 7: Uitvoeringen PP, NP, PV, TT Roestvrij stalen pijp installeren; uitvoe‐ ringen SS Schuif de wartelmoer (2) en de klemringen (3, 4) ca. 10 mm uitste‐ kend over de pijp (1) heen; zie . Steek de pijp (1) tot aan de aanslag in het ventiel (5).
Hydraulisch installeren Schuif de slangleiding op de slangpilaar voor de retourleiding of bevestig de slangleiding op het ontluchtingsventiel van de dosee‐ reenheid. Er wordt PVC-slang, zacht, 6 x 4 mm aanbevolen. Voer het vrije einde van de retourleiding terug naar de voorraad‐ tank.
Pagina 30
Hydraulisch installeren Legenda voor hydraulische schema Symbool Verklaring Symbool Verklaring Doseerpomp Voetventiel met zeef Doseerventiel Niveauschakelaar Meerfunctieventiel Manometer...
Elektrisch installeren Elektrisch installeren WAARSCHUWING! Gevaar van elektrische schok Op het binnenste van het apparaat kan spanning staan. – Haal vóór werkzaamheden aan het apparaat de voe‐ dingskabel uit het stopcontact. WAARSCHUWING! Gevaar van elektrische schok Deze pomp is uitgerust met een massakabel en een stekker met randaarde.
Elektrisch installeren VOORZICHTIG! Materiële schade door spanningspieken mogelijk Wanneer de pomp parallel met inductieve verbruikers op het stroomnet is aangesloten (bijv. magneetventiel, motor) kunnen tijdens het uitschakelen inductiespanningspieken de regeleenheid beschadigen. – Voorzie de pomp van eigen contacten en sluit deze via een hulpcontactor of relais aan op het stroomnet.
Elektrisch installeren 9.2 Beschrijving van de bussen 9.2.1 Bus "Externe aansturing" De bus "Externe aansturing" is een 5-pins inbouwbus. De bus is compa‐ tibel met de 2- en 4-pins kabels. De functies "Hulpfrequentie" en "mA-ingang" kunnen echter alleen met een vijfpolige kabel worden gebruikt. Elektrische interface voor pin 1 "Pauze";...
Elektrisch installeren Bedrijfsmodus "Extern contact" De pomp voert één of meerdere slagen uit wanneer: pin 2 en pin 4 gedurende minimaal 20 ms met elkaar worden ver‐ bonden. Daarbij moeten ook pin 1 en pin 4 met elkaar zijn verbonden. Bedrijfsmodus "Hulpfrequentie"...
Elektrisch installeren Functie 4-aderige kabel Voeding (5 V) Bruin Codering Terugkoppeling Blauw Massa GND Zwart P_DE_0010_SW Afb. 15: Toewijzing bij de kabel 9.2.4 Bus "Membraanbreuksensor" Er is aansluitmogelijkheid voor een membraanbreuksensor. Elektrische interface Informatie Waarde Eenheid Spanning bij open contacten Ingangsweerstand 10 kΩ...
Elektrisch installeren Identcode 4 + 5, 8 + 9, A + B Naar pin VDE-kabel Contact Relais Geel NO (normally open) ander Relais Groen C (common) ander Relais NO (normally open) Taktgeefre‐ P_SI_0044 lais Afb. 21: Toewijzing op de kabel Bruin C (common) Taktgeefre‐...
Instellen Instellen Zie voor aanvullende informatie de overzichten "Bedie‐ – ningselementen en toetsfuncties" en "Bedienings-/instel‐ lingsoverzicht" in de bijlage. Wanneer u 1 minuut lang op geen enkele toets drukt, – keert de pomp terug naar een Continuweergave. 10.1 Belangrijkste punten bij het instellen van de besturing = insteloptie = knippert Charge...
Instellen Het aantal Continuweergaven hangt af van de identcode, de geselecteerde bedrijfsmodus en de aangesloten extra inrich‐ tingen; zie het overzicht "Continuweergaven" in de bijlage. Nevenweergaven Op de onderste regel van de infodisplay (Continuweergave 2e niveau) wordt diverse informatie weergegeven, die u hier echter niet kunt wijzigen; zie het overzicht "Nevenweergaven"...
Instellen Menu Bedrijfsmodus Bedrijfsmodus Menu Instellen Instellen Analog 2 sec Continu- Hoofdmenu weergave Bedrijfsmodus Instellingen Sleutel Wissen Menu Sleutel Sleutel Menu Wissen Wissen Menu Taal Taal 10.4 Bedrijfsmodus selecteren (menu Bedrijf) In het menu „Bedrijf“ kunt u de volgende bedrijfsmodussen selecteren (afhankelijk van de identcode kunnen bedrijfsmodussen ontbreken): „Manual“...
Instellen Of er daarnaast nog een instelmenu beschikbaar is, is afhankelijk van de geselecteerde bedrijfsmodus en de aangesloten apparaten of modulen. Analog Continu- Menu Menu Hoofdmenu Bedrijfsmodus Instellingen Bedrijfsmodus** weergave Instellingen Sleutel Wissen Menu Timer* Menu Profibus* Menu Concentratie Menu Menu Debiet* Menu...
Instellen 10.5.2 Instellingen voor de bedrijfsmodus "Charge" (menu Charge) Ä Hoofdstuk 10.6 „Instellingen voor programmeerbare func‐ Behalve de in ties (menu "Instellingen")“ op pagina 49 nader beschreven instellingsme‐ „Charge“ in het menu „Instellingen“ het nu's is er in de bedrijfsmodus „Charge“...
Instellen 10.5.3 Instellingen voor de bedrijfsmodus "Contact" Ä Hoofdstuk 10.6 „Instellingen voor programmeerbare func‐ Behalve de in ties (menu "Instellingen")“ op pagina 49 nader beschreven instellingsme‐ „Contact“ in het menu „Instellingen“ het nu's is er in de bedrijfsmodus „Contact“ beschikbaar. menu „Contact“...
Instellen Aanvullende functie "Geheugen" Daarnaast kunt u de aanvullende functie "Geheugen" inschakelen (indi‐ cator "m"). Bij een ingeschakelde functie "Geheugen" telt de pomp de rest‐ slagen die niet konden worden uitgevoerd bij elkaar op tot 65.535 slagen, de maximumcapaciteit van het slaggeheugen. Wanneer deze maximum‐ capaciteit wordt overschreden, schakelt de pomp over op storing.
Pagina 46
Instellen Analog Analog Analog Hoofdmenu Instellingen Analog Bedrijfsmodus Analog 0 - 20 mA Instellingen Concentratie 4 - 20 mA Sleutel Curve Wissen Kalibratie 0 - 20 0 - 20 0 - 20 Continu- weergave „Curve“ kunt u het gedrag van de pomp vrij pro‐ Curve In het verwerkingstype grammeren.
Pagina 47
Instellen I [mA] B0088 Afb. 25: Frequentie-stroom-grafiek voor Lineair Teken een grafiek zoals bovenstaande, met waarden voor (I1, F1) en (I2, F2), om de pomp naar wens in te stellen. „Alarmmelding“ (fout) kunt u voor het verwerkingstype „Curve“ Foutenverwerking In menu een foutenverwerking inschakelen.
Instellen U kunt via één stroomsignaal echter ook twee doseerpompen voor ver‐ schillende doseermedia aansturen (bijvoorbeeld, via het signaal van een pH-sensor een zure pomp en een alkalische pomp). Daarvoor moet u de pompen elektrisch in serie schakelen; zie het Bedradingsschema in Ä...
Pagina 49
Instellen 10.6.1.1 Bedrijfsmodus Manual (instellingen voor de functie "Concentratie") Manual Manual Manual Hoofdmenu Instellingen Concentratie Bedrijfsmodus Concentratie Instellingen Sleutel Kalibreren Wissen Doseren Manual Manual Concentratie Concentratie 2 m³/u 2 m³/u 35,0% 35,0% 1,26 kg/l 1,26 kg/l Continu- weergave „Manual“ is bedoeld om "Specificatie concentratie"...
Instellen „aan“ in voor het werken met Schakel in het eerste menu-item weergave van de concentratie en druk op de toets [P] . [P] . Specificeer het debiet in en druk op de toets Specificeer de massaconcentratie voor het doseermedium en druk [P] .
Pagina 51
Instellen „Charge“ is bedoeld om "Specificatie concentratie" in de bedrijfsmodus een stof zodanig in een medium in een tank te doseren dat het daarin een bepaalde massaconcentratie heeft (voor het aanmaken van een oplos‐ sing; Vergeet niet te roeren!). Voorwaarden zijn dat: het medium in de tank de massadichtheid van water heeft (1 kg/l ≜...
Instellen De gewenste massaconcentratie kunt u invoeren met de [pijltoetsen] . VOORZICHTIG! – Let daarbij op het decimaalteken. – De hoogte van de massaconcentratie wordt door zowel het wijzigen van de slagfrequentie als van de slaglengte beïnvloed. De waarde in de Continuweergave kan niet willekeurig via de [pijltoetsen] op de laatste posities worden gewij‐...
Pagina 53
Instellen Voorwaarden zijn dat: het stromende medium de massadichtheid van water heeft (1 kg/l ≜ g/ de massaconcentratie van het doseermedium bekend is; zie het Vei‐ ligheidsinformatieblad van het doseermedium (bijvoorbeeld bij 35% zwavelzuur: 35%) de massadichtheid van het doseermedium bekend is; zie het Veilig‐ heidsinformatieblad van het doseermedium (bijvoorbeeld bij 35% zwa‐...
Instellen De gewenste massaconcentratie kunt u invoeren met de [pijltoetsen] . VOORZICHTIG! – Let daarbij op het decimaalteken. – De hoogte van de massaconcentratie wordt door zowel het wijzigen van de slagfrequentie als van de slaglengte beïnvloed. De waarde in de Continuweergave kan niet willekeurig via de [pijltoetsen] op de laatste posities worden gewij‐...
Pagina 55
Instellen VOORZICHTIG! Gevaar voor foute concentraties – Controleer na het instellen of bij verschillende debieten de concentraties overeenkomen met de gewenste resul‐ taten. Voorwaarden zijn dat: het stromende medium de massadichtheid van water heeft (1 kg/l ≜ g/ de massaconcentratie van het doseermedium bekend is; zie het Vei‐ ligheidsinformatieblad van het doseermedium (bijvoorbeeld bij 35% zwavelzuur: 35%) de massadichtheid van het doseermedium bekend is;...
Pagina 56
Instellen Procedure VOORZICHTIG! De nauwkeurigheid van de concentratie is sterk afhankelijk van: – de nauwkeurigheid van de kalibratie van de doseer‐ pomp. – de nauwkeurigheid van de ingevoerde specificaties. Kalibreer de doseerpomp indien deze nog niet is gekalibreerd; zie hoofdstuk "Instellingen voor de functie Kalibreren". Selecteer in het menu „Instellingen“...
Instellen 10.6.2 Instellingen voor de functie "Hulpfrequentie" (menu Aux) Charge Charge Charge Hoofdmenu Instellingen Bedrijfsmodus Charge /min Instellingen Concentratie Sleutel Wissen Kalibratie Continu- weergave Met de programmeerbare functie Hulpfrequentie kunt u overschakelen op „Aux“ als vaste waarde kunt spe‐ een extra slagfrequentie, die u in menu cificeren.
Pagina 58
Instellen Nauwkeurigheid van de kalibratie Wanneer niet aan onderstaande voorwaarden is voldaan, is een kalibratie onnauwkeurig: Niet minder dan 30% slaglengte. – De pomp moet minstens 200 slagen uitvoeren. – Kalibreren Analog Analog Analog Manual Hoofdmenu Instellingen Kalibreren Kalibreren Bedrijfsmodus Analog Stop kalibr.
Instellen Voer dit volume in het nu weergegeven menu-item in en druk ver‐ volgens op de toets [P] ; de pomp springt terug naar de Continu‐ weergave. ð De pomp is gekalibreerd. De desbetreffende Continuweergaven geven de gekalibreerde waarden weer. 10.6.5 Instellingen voor de functie "Dosering"...
Pagina 60
Instellen P_DE_0006_SW Afb. 28 Stel voor een hoge nauwkeurigheid bij continu doseren – een zo groot mogelijke slaglengte in. Het verlangzamen van de persslag wordt pas merkbaar – bij lagere slagfrequenties. Bij de maximale slagfrequentie is „langzaam“ gelijk aan – „snel.“...
Pagina 61
Instellen Het doseergedrag van de pomp kan worden aangepast aan de viscositeit van het doseermedium. Viscositeit in mPas Instelling "Doseren" Verlangzaming zuig‐ Max. slagfrequentie Opmerking slag 0 - 50 "normaal" Geen 50 - 200 "HV1" Licht 200 - 500 "HV2" Midden Bij ventielen met veer 500 - 1000...
Pagina 62
Instellen Bij deze maten doseereenheden kunt u via de druktrappen de volgende nominale drukken kiezen: Druktrap/ Maat doseereenheid [bar] [bar] [bar] [bar] 2508 1608 1612 1020 0730 0450 0280 Uitschakeldruk Type Instelling pers‐ Druktrap Uitschakeldruk slag* [bar] [bar] 1020 snel snel snel langzaam...
Pagina 63
Instellen Type Instelling pers‐ Druktrap Uitschakeldruk slag* [bar] [bar] langzaam langzaam „normaal“ * bij gelijktijdige zuigslag: VOORZICHTIG! De pomp kan niet en mag niet als veiligheidselement (bijv. als drukventiel) worden gebruikt. Compensatie Met de programmeerbare functie „Compensatie“ kunt u de invloed van schommelingen in de tegendruk minimaliseren en daarmee hogere doseernauwkeurigheden bereiken.
Er zijn twee manieren om via de hardware de perszijde automatisch te ontluchten: via de ontluchtingsmodule van ProMinent in de doseereenheid. via een door de klant uitgevoerde ontluchtingsmogelijkheid in de pers‐ leiding. De functie "Ontluchting" kan op drie manieren worden geïnitieerd: 1 - Uitsluitend via het interne signaal "Luchtbellen"...
Instellen De pomp begint 1 sec. later te werken met de maximaal mogelijke slagfrequentie (zoals bij aanzuigen) en op het LCD-scherm wordt het pictogram "Ingesloten lucht" in plaats van het pictogram "Stop" weergegeven. De pomp werkt op die manier gedurende de totale gespecificeerde tijdsduur.
Pagina 66
Instellen „Relais“ kunt u het relais op bijna elke wijze opnieuw pro‐ Via de functie grammeren. Uitzonderingen: „Relais 1“ mag niet als „Taktgever“ opnieuw worden geprogrammeerd, omdat dan de levensduur kort wordt. Toewijzingen bij de relaiscombinaties Identcode-kenmerk Type relais "Relais 1" "Relais 2"...
Instellen 10.6.8 Instellingen voor de functie "Analoge uitgang" (menu Analoge uitgang) Charge Charge Charge Charge Hoofdmenu Instellingen Analoge uitgang 0 - 20 mA Bedrijfsmodus Doseren 0 - 20 mA Instellingen 4 - 20 mA Relais l/u x Sleutel Analoge uitgang Capaciteit Wissen Systeem...
Pagina 68
Instellen Het menu "Systeem" heeft de volgende submenu's: Eenheid Membraan actief Info Kop vervangen? 10.6.9.1 Instellingen in het submenu "Eenheid" „Eenheid“ kunt u selecteren of de pomp als meeteenheid In het submenu liters of gallons (VS) gebruikt. 10.6.9.2 Instellingen in het submenu "Membraan actief" In het submenu „Membraan actief“...
Instellen VOORZICHTIG! – Wanneer er een andere maat doseereenheid wordt „Kop gemonteerd, moet de pomp in het submenu vervangen?“ opnieuw worden geprogrammeerd. – Voor demonstratiedoeleinden of bij het laten werken van de pomp zonder doseermedium moet u de pomp op „Geen“...
Instellen 10.8 Totaal aantal slagen of totaal aantal liters wissen (menu Wissen) Charge Charge Hoofdmenu Wissen Bedrijfsmodus Geen Instellingen Teller Sleutel Hoeveelheid Wissen Alles Continu- weergave In het menu „Wissen“ kunt u het opgeslagen totaal aantal slagen, totaal aantal liters of beide tegelijkertijd wissen (= op "0" zetten): „Geen“...
Bediening Bediening WAARSCHUWING! Brandgevaar bij brandbare media Alleen bij brandbare media: deze kunnen in combinatie met zuurstof ontbranden. – Tijdens het vullen of legen van de doseereenheid moet een vakman ervoor zorgen dat het doseermedium niet in contact komt met lucht. WAARSCHUWING! Gevaar voor elektrische schok Door onvolledig gemonteerde elektrische optionele modules...
Pagina 72
Bediening [STOP/START] . Pomp stoppen/starten De pomp stoppen: Druk op de toets [STOP/START] . De pomp starten: druk opnieuw op de toets „Charge“ kort op de toets [P] . Charge starten Druk in de bedrijfsmodus [P] drukt, scha‐ Naar de Instelmodus overschakelen Wanneer u in een basisweergave 2 sec.
Bediening Continu- weergave Pomp stoppen/starten STOP START Direct instelbare waarden wijzigen Aanzuigen Charge starten (alleen in bedrijfsmodus "Charge") Fouten bevestigen Instelbare waarden controleren 2 sec = vergrendeling ("Menu vergrendelen") Instel- = vergrendeling ("Alles vergrendelen") modus Afb. 30: Bedienopties bij een vergrendeld bedieningsmenu 11.2 Bediening op afstand De pomp kan via een besturingskabel op afstand worden bediend, zie de...
Onderhoud Onderhoud WAARSCHUWING! Lees voor het verzenden van de pomp altijd de veiligheids‐ aanwijzingen en gegevens in het hoofdstuk "Opslag, trans‐ port en uitpakken" en houdt u zich daaraan! WAARSCHUWING! Brandgevaar bij brandbare media Alleen bij brandbare media: deze kunnen in combinatie met zuurstof ontbranden.
Pagina 75
Onderhoud P_BE_0012_SW Afb. 31: De lekkageboring Doseereenheden met ontluchtingsventiel: Interval Onderhoudswerkzaamheid Personeel Elk kwartaal* Aanvullend: Deskundig personeel Controleren of de retourleiding goed vastzit aan de doseereenheid. Controleren of het ontluchtingsventiel goed vastzit. Controleren of er knikken in de pers- en retourleidingen zitten. De werking van het ontluchtingsventiel controleren.
Reparatie Reparatie Veiligheidsaanwijzingen WAARSCHUWING! Gevaar voor elektrische schok Onbevoegde reparaties in het binnenste van de pomp kunnen tot bijv. een elektrische schok leiden. Daarom mogen reparaties in het binnenste van de pomp alleen door een vestiging of vertegenwoordiging van ProMi‐ nent worden uitgevoerd, in het bijzonder de volgende: –...
Reparatie 13.1 Ventielen reinigen Personeel. Deskundig personeel Waarschuwing voor storing Raadpleeg de explosietekeningen in de bijlage. Reinigen van een drukventiel voor de typen 0730, 1020, 1612, 1608, 2508 Waarschuwing voor storing Pers- en zuigventielen verschillen van elkaar! Reinig de – pers- en zuigventielen uitsluitend na elkaar, zodat u geen onderdelen kunt verwisselen! –...
Reparatie 13.2 Doseermembraan vervangen WAARSCHUWING! Na een lekkage kunnen zich, afhankelijk van de constructie, achter het doseermembraan in de kopschijf enkele kubieke centimeters doseermedium hebben verzameld! – Houd bij het plannen van de reparatie rekening met dit doseermedium, vooral wanneer dat gevaarlijk is! Personeel.
Pagina 79
Reparatie Maak het membraan (3) los van de aandrijfas door doseerkop (2), membraan (3) en kopschijf (4) met een licht rukje linksom te draaien. Trek de doseerkop (2) met de bouten (1) uit het membraan (3) en schroef deze helemaal van de aandrijfas af. Neem de kopschijf (4) van de pompbehuizing (6) af.
Reparatie Bij typen met grove/fijne ontluchting: Laat de afdekkap van de doseereenheid in de doseerkop vallen en druk vervolgens de kruis‐ greep van de grove/fijne ontluchting in de doseerkop. Controleer na 24 uur in bedrijf zijn het aanhaalmoment van de bouten! Aanhaalmomenten Informatie Waarde Eenheid...
Functiestoringen verhelpen Functiestoringen verhelpen Veiligheidsaanwijzingen WAARSCHUWING! Brandgevaar bij brandbare media Alleen bij brandbare media: deze kunnen in combinatie met zuurstof ontbranden. – Tijdens het vullen of legen van de doseereenheid moet een vakman ervoor zorgen dat het doseermedium niet in contact komt met lucht.
Functiestoringen verhelpen 14.2 Storingsmeldingen Foutbeschrijving Oorzaak Verhelpen Personeel De rode LED-indicator brandt, op het LCD- Het vloeistofpeil in de De voorraadtank bijvullen. Deskundig scherm wordt het pictogram "Niveau" knip‐ voorraadtank heeft "Vloei‐ personeel stofpeil laag fase 2" perend weergegeven, evenals de symbolen voor "Fout"...
Het vloeistofpeil in de voorraad‐ De voorraadtank Geïnstrueerd LCD-scherm wordt het pictogram "Niveau" tank heeft "Vloeistofpeil laag fase bijvullen. persoon knipperend weergegeven. 1" bereikt. 14.5 Alle andere storingen Neem contact op met de voor u verantwoordelijke ProMinent vestiging of vertegenwoordiging!
Buitenbedrijfstelling Buitenbedrijfstelling Buitenbedrijfstelling WAARSCHUWING! Gevaar door chemicaliënresten Na gebruik bevinden zich doorgaans nog chemicaliënresten in de doseereenheid en op de behuizing. Deze chemicaliën‐ resten kunnen voor personen gevaarlijk zijn. – Voorafgaand aan verzending of vervoer moeten abso‐ luut de veiligheidsinstructies voor opslag, transport en uitpakken worden opgevolgd.
Pagina 85
Buitenbedrijfstelling Spoel de doseereenheid met een geschikt middel; bij gevaarlijke doseermedia de doseerkop grondig spoelen! Verwijdering VOORZICHTIG! Waarschuwing voor rondspuitend doseermedium Door de druk in de doseereenheid en de aangrenzende installatiedelen kan er uit de hydraulische onderdelen doseermedium spuiten wanneer deze worden gemanipu‐ leerd of geopend.
Technische gegevens - Zuighoogte bij gevulde zuigleiding en gevulde doseereenheid ** - Aanzuighoogten met schone en bevochtigde ventielen. Aanzuig‐ hoogte bij 100% slaglengte en vrije uitloop of geopend ontluchtings‐ ventiel. *** - De gespecificeerde capaciteitsgegevens zijn gewaarborgde mini‐ mumwaarden, die zijn verkregen met het medium water op kamer‐ temperatuur.
Technische gegevens * Maximumtemperatuur gedurende 15 minuten bij max. 2 bar en afhanke‐ lijk van de omgevingstemperatuur en de temperatuur van het doseerme‐ dium 16.7 Klimaat Informatie Waarde Eenheid Luchtvochtigheid, max.*: 95 % rel. vochtig‐ heid * zonder condensvorming Belasting in vochtig en wisselend klimaat: FW 24 conform DIN 50016 16.8 Beschermingsklasse en veiligheidseisen...
Technische gegevens 16.11 Geluidsdrukniveau Geluidsdrukniveau Geluidsdrukniveau LpA < 70 dB conform EN ISO 20361:2010-10 Bij maximale slaglengte, maximale slagfrequentie, maximale tegendruk (water)
Maatschetsen Maatschetsen De maten op de maatschets en van de pomp verge‐ – lijken. De maatgegevens zijn in mm. – Maatschets delta ® type zonder ontluch‐ tingsventiel, materiaaluitvoering NP P_DE_0046_SW Afb. 33: Maatschets delta type zonder ontluchtingsventiel, materiaaluitvoering NP; maten in mm ®...
Pagina 92
Maatschetsen Maatschets delta ® type met ontluchtings‐ ventiel, materiaaluitvoering NP P_DE_0047_SW Afb. 34: Maatschets delta ® type met ontluchtingsventiel, materiaaluitvoering NP; maten in mm 2508 / 1608 1612 1020 0730 Maatschets delta ® type 1612 - 0730, materiaaluitvoering PV P_DE_0042_SW_2 Afb.
Pagina 93
Maatschetsen Maatschets delta ® type 0450 - 0280, materiaaluitvoering PV P_DE_0043_SW_2 Afb. 36: Maatschets delta ® type 0450 - 0280, materiaaluitvoering PV; maten in mm Maatschets delta ® type 1612 - 0730, materiaaluitvoering SS P_DE_0044_SW_2 Afb. 37: Maatschets delta ® type 1612 - 0730, materiaaluitvoering SS;...
Pagina 94
Maatschetsen Maatschets delta ® type 0450 - 0280, materiaaluitvoering SS P_DE_0045_SW_2 Afb. 38: Maatschets delta type 0450 - 0280, materiaaluitvoering SS; maten in mm ®...
Grafieken voor het instellen van de doseercapaciteit Grafieken voor het instellen van de doseercapaciteit C [l/h] C [l/h] DLTa 1608 f [%] DLTa 2508 f [%] 200 min 200 min 180 min 180 min 160 min 160 min 140 min 140 min 120 min 120 min...
Pagina 96
Grafieken voor het instellen van de doseercapaciteit C [l/h] C [l/h] DLTa 0730 f [%] DLTa 0280 f [%] s [%] p [bar] p [bar] C [l/h] DLTa 0450 f [%] s [%] p [bar] Afb. 40: A) Doseercapaciteit C bij gemiddelde tegendruk en afhankelijk van de slaglengte s voor verschillende slagfre‐ quenties f;...
Pagina 109
Explosietekeningen Doseereenheid delta ® 0450 - 0280 PV P_DE_0056_SW 60_07_104_00_71_04_2 Naam 0450 0280 Aansluitset DN10 PPT 1027072 1027072 Aansluitset DN10 PVT 1027091 1027091 Aansluitset DN10 PCT 1027092 1027092 Aansluitset DN10 PVT 1017405 1017405 2 ventielkogels 404277 404277 Veer (nr. 2) en membraanbreukmelder (nr. 8) zijn toebehoren. De genoemde nummers zijn bij de reserveonderde‐ lenset inbegrepen, behalve de membraanbreukmelder.
Pagina 110
Explosietekeningen Naam 0450 0280 Ventiel compl. PVT 1002267 1002267 Membraan 1000251 1025075 Veiligheidsmembraan 1027414 1027414 Membraanbreukmelder* 1027416 1027416 Kogelzitting PTFE 740063 740063 Vormpakking 1019364 1019364 Veer (nr. 2) en membraanbreukmelder (nr. 8) zijn toebehoren. De genoemde nummers zijn bij de reserveonderde‐ lenset inbegrepen, behalve de membraanbreukmelder.
Pagina 111
Explosietekeningen Doseereenheid delta ® 2508 SS P_DE_0057_SW 60_07_104_00_80_04_2 Naam Type 2508 Aansluitset 6 mm SS 104233 4 ventielkogels 404201 Persventiel compl. 6 mm SS 809418 Veer (nr. 2) en membraanbreukmelder (nr. 8) zijn toebehoren. De genoemde nummers zijn bij de reserveonderde‐ lenset inbegrepen, behalve de membraanbreukmelder.
Pagina 112
Explosietekeningen Naam Type 2508 Membraan 1030353 Veiligheidsmembraan 1027414 Membraanbreukmelder* 1027416 Zuigventiel compl. 6 mm SS 809419 Veer (nr. 2) en membraanbreukmelder (nr. 8) zijn toebehoren. De genoemde nummers zijn bij de reserveonderde‐ lenset inbegrepen, behalve de membraanbreukmelder. Technische wijzigingen voorbehouden.
Pagina 113
Explosietekeningen Doseereenheid delta ® 1612 - 0730 SS P_DE_0058_SW 60_07_104_00_72_04_2...
Pagina 114
Explosietekeningen Naam 1612 1020 0730 Aansluitset 8/7 SS 104237 Aansluitset 12/10 SS 104245 104245 4 ventielkogels 404281 404281 404281 Persventiel compl. SS 809494 809446 809446 Membraan 1000248 1000249 1000250 Veiligheidsmembraan 1027414 1027414 1027414 Membraanbreukmelder* 1027416 1027416 1027416 Zuigventiel compl. SS 809495 809447 809447...
Pagina 115
Explosietekeningen Doseereenheid delta ® 0450 - 0280 SS P_DE_0059_SW 60_07_104_00_73_04_2 Naam 0450 0280 Aansluitset met slangpilaar DN10 SST 1027094 1027094 Aansluitset met inlegdeel DN10 PVT 1027093 1027093 2 ventielkogels 404243 404243 2 ventielen compl. d16/DN10 SST 809459 809459 Veer (nr. 2) en membraanbreukmelder (nr. 8) zijn toebehoren. De genoemde nummers zijn bij de reserveonderde‐ lenset inbegrepen, behalve de membraanbreukmelder.
Pagina 116
Explosietekeningen Naam 0450 0280 Membraan 1000251 1025075 Veiligheidsmembraan 1027414 1027414 Membraanbreukmelder* 1027416 1027416 Veer (nr. 2) en membraanbreukmelder (nr. 8) zijn toebehoren. De genoemde nummers zijn bij de reserveonderde‐ lenset inbegrepen, behalve de membraanbreukmelder. Technische wijzigingen voorbehouden.
1001776 1001774 0730 0450, 0280 1024159 1001776 1001774 Hulpmiddelen voor storingsonderdrukking Product Bestelnr. Varistor: 710912 RC-schakeling, 0,22 µF/220 Ω: 710802 Meer informatiebronnen Meer informatie over reserveonderdelen, toebehoren en opties vindt u in: de explosietekeningen de identcode www.prominent.com de ProMinent productcatalogus...
De beschermingsdoelen van de Laagspanningsrichtlijn 2006/95/EG conform bij‐ lage I, Nr. 1.5.1 van de EG-Machinerichtlijn 2006/42/EG zijn opgevolgd Toegepaste geharmoniseerde EN ISO 12100, EN 809 normen, vooral: EN 61010-1 EN 61000-6-2/3 Datum: 26-9-2013 U kunt de EG-conformiteitsverklaring downloaden op www.prominent.com/ en/downloads...
Menuoverzicht Menuoverzicht Continu- weergave Pomp stoppen/starten STOP START Direct instelbare waarden wijzigen Aanzuigen Charge starten (alleen in bedrijfsmodus "Charge") Fouten bevestigen Instelbare waarden controleren 2 sec Analog Menu Hoofdmenu Bedrijfsmodus Bedrijfsmodus Instellingen Sleutel Wissen Menu Menu Instellingen Bedrijfsmodus Menu Menu Debiet Menu Kalibreren...
Pagina 120
Menuoverzicht Menu Sleutel Menu Wissen Menu Taal...