Inhoudsopgave
Advertenties
Instellen
Toewijzingen bij de relaiscombinaties
Identcode-kenmerk
4 + 5
8 + 9
A + B
Mogelijke karakteristieken
„Relais"
Instelling in menu
Waarschuwing
Fout
Waarschuwing + fout
Taktgever
Optie
Waarsch. +fout +stop
Ontluchting
66
Via de functie
grammeren. Uitzonderingen:
worden geprogrammeerd, omdat dan de levensduur kort wordt.
Type relais
Storingsmeld- en taktgeef‐
relais
Uitschakel- en taktgeefre‐
lais
Uitschakel- en waarschu‐
wingsrelais
U kunt instellen of een relais moet schakelen bij een inschakelende
gebeurtenis van de timer, bij een waarschuwingsmelding, bij een storing of
bij een slag van de pomp:
Effect
Het relais schakelt bij een waarschuwingsmelding (gele LED*).
Het relais schakelt bij een storingsmelding (rode LED*).
Het relais schakelt bij een waarschuwingsmelding (gele LED*) of bij een sto‐
ringsmelding (rode LED*).
Het relais schakelt bij elke slag.
Het relais is beschikbaar voor de optie die als module is aangesloten (bijv. een
timer).
Het relais schakelt bij een waarschuwingsmelding (gele LED*), bij een storings‐
melding (rode LED*) of bij een Stop (toets
Het relais schakelt bij het interne signaal
* zie hoofdstuk "Functiestoringen verhelpen"
Daarnaast kunt u specificeren hoe het desbetreffende relais zich moet
gedragen wanneer het schakelt. Daarop hebt u invloed via de instelling
„opkomend" / „afvallend" .
„Relais" kunt u het relais op bijna elke wijze opnieuw pro‐
„Relais 1" mag niet als „Taktgever" opnieuw
"Relais 1"
(mechanisch relais)
Waarschuwing + fout
Fout
Fout
„STOP/START" of Pauze).
„Ingesloten lucht" .
De instelmogelijkheden van de functie "Relais" zijn alleen
beschikbaar wanneer er een relais aanwezig is.
"Relais 2"
(halfgeleiderrelais)
Taktgever
Taktgever
Waarschuwing
Advertenties
Inhoudsopgave
