Voorwaarden zijn dat:
Voorbereidende instellingen
VOORZICHTIG!
Gevaar voor foute concentraties
–
Controleer na het instellen of bij verschillende debieten
de concentraties overeenkomen met de gewenste resul‐
taten.
het stromende medium de massadichtheid van water heeft (1 kg/l ≜ g/
n
cm
3
)
de massaconcentratie van het doseermedium bekend is; zie het Vei‐
n
ligheidsinformatieblad van het doseermedium (bijvoorbeeld bij 35%
zwavelzuur: 35%)
de massadichtheid van het doseermedium bekend is; zie het Veilig‐
n
heidsinformatieblad van het doseermedium (bijvoorbeeld bij 35% zwa‐
velzuur: 1,26 kg/l ≜ g/cm
een debietmeter met analoge uitgang hydraulisch is geïnstalleerd en
n
op de ingang Extern van de doseerpomp is aangesloten.
de meeteenheid voor het vloeistofvolume is gespecificeerd in sub‐
n
„Eenheid" van het menu „Systeem" ; zie hoofdstuk "Instellingen
menu
in menu Systeem".
1.
Selecteer de bedrijfsmodus
lingen in andere bedrijfsmodussen blijven bewaard).
„Instellingen" onder „Analog" het verwerkingstype
2.
Stel in het menu
van het stroomsignaal in op
voor bedrijfsmodus Analog".
3.
Stel het gedrag van de pomp in op
4.
Voer in het verwerkingstype van het stroomsignaal
= 4 en voor F1 = 0 slagen/min in; zie , onderbroken rechte.
Voer in het verwerkingstype van het stroomsignaal
= 0 mA en voor F1 = 0 slagen/min in, omdat de rechte door het nul‐
punt (0/0) moet gaan; zie , ononderbroken rechte.
5.
Voer voor I2 = 20 mA en voor F2 = 200 slagen/min in.
6.
Stel
„Foutmeldingen" naar wens in op „aan" of „uit" .
I 1=4
Afb. 27: Zo moet de rechte voor specificatie van de concentratie in
bedrijfsmodus Analog eruit zien
)
3
„Analog" (eventueel aanwezige instel‐
„Curve" ; zie hoofdstuk "Instellingen
„Lineair" .
P_DE_0020_SW
Instellen
„4 - 20" voor I1
„0 - 20" voor I1
55