Inhoudsopgave
Advertenties
6.3 Doseercapaciteit
6.4 Bedrijfsmodussen
Bedrijfsmodus "Manual"
Bedrijfsmodus "Charge"
Bedrijfsmodus "Contact"
Bedrijfsmodus "Analog"
6.5 Functies
Functie "Kalibreren"
De doseercapaciteit is afhankelijk van de slaglengte en de slagfrequentie.
De slaglengte kunt u met de slaginstelknop instellen van 0 tot 100%. Wij
adviseren een slaglengte tussen 30 en 100% voor het bereiken van de
aangegeven reproduceerbaarheid.
Met de pijltoetsen kunt u de slagfrequentie instellen op 0 tot 200 slagen/
min (200 slagen/min ≜12.000 slagen/u) (niet in bedrijfsmodus "Analog").
Wanneer in de Continuweergave "Slagfrequentie (slagen/u)" een slagfre‐
quentie is ingesteld die niet zonder rest deelbaar is door 60, worden in de
Continuweergave "Slagfrequentie (slagen/min)" cijfers na de komma weer‐
gegeven .
Informatie
Aanbevolen slaglengten
De slagsnelheid kan worden ingesteld in het menu "Dosering".
De bedrijfsmodus kiest u in het menu "Bedrijfsmodus".
De slagfrequentie wordt handmatig ingesteld via de bedieningsconsole.
In deze bedrijfsmodus hebt u de mogelijkheid om met grote overbren‐
gingsfactoren (tot 65535) te werken. De dosering kan worden geïnitieerd
[P] te drukken of door een puls via de bus "Externe aan‐
door op de toets
sturing", via een contact of via een halfgeleiderschakelelement. U kunt via
[pijltoetsen] het doseervolume (charge) of het aantal slagen in het
de
„Instellingen" voorselecteren.
menu
Deze bedrijfsmodus biedt de mogelijkheid om de pomp extern via een
potentiaalvrij contact aan te sturen (bijv. via een contactwatermeter). Met
de optie "Pulscontrole" kunt u via de
het aantal slagen (reductie-overbrengingsfactor resp. overbrengingsfactor
0,01 t/m 99,99) voorselecteren.
De slagfrequentie wordt via de bus "Externe aansturing" aangestuurd met
een analoog stroomsignaal. De verwerking van het stroomsignaal kunt u
via de bedieningseenheid voorselecteren.
„Instellingen" kunt u de volgende functies selecteren:
Via het menu
De slagfrequentie wordt via de bus "Externe aansturing" aangestuurd met
een analoog stroomsignaal. De verwerking van het stroomsignaal kunt u
via de bedieningseenheid voorselecteren.
De pomp kan in alle bedrijfsmodussen ook in gekalibreerde toestand
worden gebruikt. Op de desbetreffende Continuweergaven kan dan recht‐
streeks het doseervolume of het doseervermogen worden weergeven (in
de Continuweergave van het tweede niveau). De kalibratie blijft gehand‐
haafd binnen het volledige slagfrequentiebereik en een slaglengtebereik
van 0 - 100%.
Functieomschrijving
Waarde Eenheid
30 - 100 %
[pijltoetsen] in het menu „Instellingen"
21
Advertenties
Inhoudsopgave
