Samenvatting van Inhoud voor ProMinent DULCO flex Control Series
Pagina 1
Aanvullende gebruikershandleidingen Slangendoseerpomp DULCO flex Control, DFXa Modules, opties, toebehoren De opgenomen handleidingen gelden alleen in combinatie met de "Gebruikershandleiding slangendoseerpomp DULCO flex Control, DFXa" Voor het begin van alle werkzaamheden de handleiding lezen. Nooit weggooien. De gebruiker is aansprakelijk bij schade als gevolg van installatie- en bedieningsfouten. De nieuwste versie van een gebruikershandleiding is beschikbaar op onze homepage.
Aanvullende gebruikershandleiding CANopen 1.2 Besturingselementen P_G_0087_SW Afb. 1: Besturingselementen DFXa Status-leds CAN-bus Bus "CAN-bus" Apparaat-leds 1.3 Elektrisch installeren VOORZICHTIG! Pomp kan worden beschadigd. Worden de CAN-kabels niet goed vastgeschroefd, wordt de beschermingsgraad IP65 niet bereikt. – De schroefkoppelingen van de CAN-kabels met de hand tot de aanslag vastschroeven.
Pagina 6
Aanvullende gebruikershandleiding CANopen P_G_0078_SW Afb. 2: CAN-aansluiting van doseerpompen (voorbeeld 2 GMXa met Dulcomarin II als besturing) T-verdeler, M 12, 5-pol. CAN Afsluitweerstand M12-koppeling Afsluitweerstand M12-stekker CAN-verbindingskabel CAN-verbindingskabel CAN-verbindingskabel 13 CAN-pomp gamma/ X bijv. voor zuur 14 CAN-pomp gamma/ X bijv. voor loog Aansluiting voor CANopen-bus "Aansluiting voor CANopen-bus"...
Aanvullende gebruikershandleiding CANopen 1.4 Noodbedrijf Valt de aansturing via CANopen-bus een keer uit, kan dit als volgt worden opgelost: Bij de pomp een hulpfrequentie inprogrammeren, die het meest optimaal is voor uw proces in noodbedrijf. Zodra noodbedrijf noodzakelijk is, de pomp via de bus "Externe aansturing"...
Aanvullende gebruikershandleiding CANopen Index Naam Type Beschrijving Mapping DP_batch_time_stamp Batch tijdstempel 0x2A020010 DP_batch_value Factor (ingesteld) 0x2A030010 1.7.3 Manufacturer Specific Profile Area 0x2000-0x5FFF Index Naam Type Beschrijving Objects Attr 2A00h DP_output_cont Frequentie in % RPDO1 (ingesteld) (0=100,0%) 2A01h DP_output_ist Frequentie in % TPDO1 (0=100,0%) 2A02h...
Pagina 11
Aanvullende gebruikershandleiding CANopen Index Naam Type Beschrijving Objects Attr Bit 0 = handmatige stop Bit 1 = stop optio‐ nele module Bit 2 = stop blue‐ tooth Bit 3 = Init-stop na "Netwerk aan" Bit 4 = concen‐ tratie-bedrijf actief Bit 5 = membraan‐...
Pagina 12
Aanvullende gebruikershandleiding CANopen Index Naam Type Beschrijving Objects Attr 510Ch Actuele fre‐ Actuele fre‐ quentie quentie 510Dh Doseervo‐ Float Doseervo‐ lume per acti‐ lume per acti‐ vering vering 510Eh Actuele Float Actuele doseercapa‐ doseercapa‐ citeit citeit 510Fh Doseertijd Doseertijd voor batch voor batch in 5110h Maximale...
0 - uit tion_LED >0 identifica‐ tietijd instellen (LED geel +rood knip‐ pert intussen) 1 komt overeen met ca. 10 ms 5FEE CANopen‐ UINT32 ProMinent StackRevi‐ CANopen- sion Stack-Revi‐ sion 1.7.4 Device Profile Area 0x6000-0x9FFF Index Naam Type Beschrijving Categ.* Attr 6000h...
Pagina 14
Aanvullende gebruikershandleiding CANopen Index Naam Type Beschrijving Categ.* Attr Bit#2: Parameter problem Bit#3: Memory resource problem Bit#4: Application failure Bit#5: Failure in control software Bit#6: Failure of operation system software Bit#7: Failure in communication soft‐ ware Bit#8 to 31 Reserved Software failure MANDA codes 2...
Pagina 15
Aanvullende gebruikershandleiding CANopen Index Naam Type Beschrijving Categ.* Attr Software warning Bit#0: Software‐ MANDA codes 1 Warning Bit#1: Software‐ Reset Bit#2: Parameter problem Bit#3: Memory resource problem Bit#4: Application failure Bit#5: Warning in control software Bit#6: Warning of operation system software Bit#7: Warning in communication...
Pagina 16
Aanvullende gebruikershandleiding CANopen Index Naam Type Beschrijving Categ.* Attr 6002h Alarm codes MANDA HighestSubIndex Hardware alarm MANDA codes 1 Hardware alarm MANDA codes 2 Software alarm codes Bit#0: Software‐ MANDA Fault Bit#1: Software‐ Reset Bit#2: Parameter problem Bit#3: Memory resource problem Bit#4: Application failure Bit#5: Failure in...
Pagina 17
Aanvullende gebruikershandleiding CANopen Index Naam Type Beschrijving Categ.* Attr 6003h HighestSubIndex U32 Specific physical MANDA units Physical unit pres‐ Standard: bar MANDA sure 0x004E0000, gal (AE) 6005h GenericPump con‐ MANDA HighestSubIndex trol Generic pump com‐ Bit#0: Pump opera‐ MANDA mands tion: off=0 / on=1 Bit#1: ResetFault: No reset=0 / Reset...
Aanvullende gebruikershandleiding CANopen 1.7.5 Alarm Action Area for Measurement Devices (404 ) Index Naam Type Beschrijving Categ. Attr 6519h Al2_action =0 inac‐ Level min warning tief 6529h Al3_action Batch error 6539h Al4_action Cal warning 6549h Al5_action Sys error 6559h Al6_action Niet bus 6569h Al7_action...
Bedrijfsmodus: 3. extern con‐ tact Bedrijfsmodus: 4. An. ingang Stop Interne fout Waarschuwing (bijv. tankvulni‐ veau) Aanzuigen actief Verlagen (alleen in ProMinent- installaties) Kalibratie ongeldig Geheugendosering 0 (LSB) Geen remote-bedrijf mogelijk DeviceControl [Index 0x2A11, Sub‐ Via het object "DeviceControl" kan de bedrijfsmodus nauwkeuriger index 0x00] worden gespecificeerd.
Aanvullende gebruikershandleiding CANopen Tab. 17: DeviceControl BitValues Bitposities Betekenis 7 (MSB) moet "0" zijn Reset moet "0" zijn Doseerbewaking activeren Kalibratie beëindigd / uitge‐ voerd Moet "0" zijn (setpoint) Chargegeheugen actief 0 (LSB) moet "0" zijn Is bit 6 (RESET) "1", wordt de pomp gestopt (DeviceMode = 0x00), aanwezige fouten gewist en het chargegeheugen gereset naar 0.
Aanvullende gebruikershandleiding CANopen Wijziging van de objectverwijzing via standaard SDO-verkeer. Via de objectverwijzingsindex 3F40h, subindex 1 kan het actueel geconfigureerde knooppuntadres worden uitgelezen of kan een nieuw knooppuntadres worden geconfigureerd. Het toegestane bereik voor het knooppuntadres is 1...127. Het standaard knooppuntadres is 119. Het datatype voor deze invoerwaarde is UNSIGNED SHORT.
Aanvullende gebruikershandleiding CANopen 1.7.13 Toegepaste richtlijnen / normen CAN-normen en specificaties Het apparaat voldoet hardwarematig aan de geharmoniseerde waaraan is voldaan CAN-specificatie 2.0 (ISO99-1, ISO99-2). Deze omvat het CAN- protocol (ISO 11898-1) en informatie over de fysieke toepassings‐ laag (physical layer) volgens ISO 11898-2 (high speed CAN tot 1 Mbit/sec) en ISO 11898-3 (low speed CAN tot 125 kbit/sec).
Aanvullende gebruikershandleiding Modbus RTU 2.2 Besturingselementen P_G_0140_SW Afb. 5: Besturingselementen DFXa Status-leds "Modbus RTU" Bus "Modbus RTU" Apparaat-leds Tab. 22: Statusleds “Modbus RTU” Kleur Oorzaak Rood De modbus werkt niet goed. (knipperend) Geel De modbus is bezig met verzenden of ontvangen.
Pagina 26
Aanvullende gebruikershandleiding Modbus RTU VOORZICHTIG! Pomp kan worden beschadigd. Worden de CAN-kabels niet goed vastgeschroefd, wordt de beschermingsgraad IP65 niet bereikt. – De schroefkoppelingen van de CAN-kabels met de hand tot de aanslag vastschroeven. Voor de verbindingskabels / de Modbus-interface gelden de vol‐ gende richtlijnen: Half duplex, 2-aderige techniek, "twisted pair"-kabel Leidinglengte max.
Aanvullende gebruikershandleiding Modbus RTU De CAN-kabel op de onderstaande wijze verbinden met de "Modbus RTU"-module van de pomp. Overige informatie - zie de documentatie van uw Modbus-installatie. P_G_0129_SW Afb. 8: Modbus-aansluiting van doseerpompen (voorbeeld met 2 pompen GMXa en een PLC) T-verdeler, M 12, 5-pol.
Aanvullende gebruikershandleiding Modbus RTU 1e niveau 2e niveau 3e niveau 4e niveau Baudrate 9600 19200 38400 Datalengte 7 bit 8 bit Stopbits Pariteit Geen Oneven Even Terminatie Disabled Enabled Ignored Modbus 0 ... 10.000 ms Timeout Aanzuigtijd Timer Veldbus Inactief Actief Passief 2.5 Implementatie "Modbus RTU"...
Aanvullende gebruikershandleiding Modbus RTU Voorinstellingen De doseerpomp DULCO flex Control DFXa, DFXa wordt vooraf ingesteld geleverd aan de klant, met "Busadres 20” en een baudrate van 19200 Baud. Het slave-adres en de baudrate kunt u voor de doseerpomp DULCO flex Control DFXa, DFXa in het menu „Instellingen è...
Aanvullende gebruikershandleiding Modbus RTU Apparaatbewaking gebeurt uitsluitend als de Modbus in de actieve modus is. Hiervoor moet de Modbus-master cyclische aanvragen versturen naar de slaves. Gebeurt dit niet - binnen de hiervoor opgegeven tijd - wordt de pomp gestopt. Proces: Blijven aanvragen van de master een bepaalde tijd achterwege, wordt de pomp gestopt.
Aanvullende gebruikershandleiding Modbus RTU Register Parameter Type Beschrijving Serienummer STRING[10] ASCII-codering 10 tekens Identcode STRING[32] ASCII-codering 32 tekens HMI-dataversie UINT32 Indeling: XX.XX.XX.XX (afhankelijk van het project) Firmware-Version Control UINT32 Indeling: XX.XX.XX.XX (afhankelijk van het project) Bootloader-Version Control UINT32 Indeling: XX.XX.XX.XX (afhankelijk van het project) Firmware-Version Power UINT32...
Aanvullende gebruikershandleiding Modbus RTU Register Aanduiding Type Weergave / betekenis Modbus Timeout (cyclische UINT16 0 ... 10.000 ms time-out-tijd) Modbus Endianness-patroon UINT32 Patroon "0xAABBCCDD" wordt opgeslagen in de pomp en kan via dit register worden uitgelezen, waardoor de master de Endianness van de Modbus- toegang kan bepalen 2.10.3 Register "Productiegegevens pomp modulespecifiek"...
Aanvullende gebruikershandleiding Modbus RTU 2.10.5 Register "Actuele bedrijfsparameters" Deze registerrecords gelden allemaal uitsluitend voor functiecode "0x03" (read only).
Pagina 37
Aanvullende gebruikershandleiding Modbus RTU Register Aanduiding Type Weergave / betekenis 1000 Statusregister UINT32 Bit 0 - Gereserveerd Bit 1 - Gereserveerd Bits 2 - 4 - bedrijfsmodus (0 = halt; 1 = manual; 2 = batch; 3 = contact; 4 = analog) Bit 5 - Fout (fout aanwezig) Bit 6 - Waarschuwingen (waarschuwingen actief)
Pagina 38
Aanvullende gebruikershandleiding Modbus RTU Register Aanduiding Type Weergave / betekenis Bit 11 - FOUT OVERDRUK Bit 12 - FOUT OVERSTROOM Bit 13 - FOUT ONDERSPANNING Bit 14 - FOUT LUCHT IN DE KOP Bit 15 - FOUT ONTLUCHTING NIET SUCCESVOL Bit 16 - FOUT OVERLOOP BATCHGEHEUGEN Bit 17 - FOUT INGANGSSTROOM KLEINER DAN GRENSWAARDE...
Pagina 40
Aanvullende gebruikershandleiding Modbus RTU Register Aanduiding Type Weergave / betekenis 1200 Starten/stoppen van de UINT8 Bit 0 - start/stop via bus pomp (0 - POMP STOPT; 1= POMP ACTIEF RESP. BEDRIJFSGEREED) Bit 1 - start/stop via modbus timeout (0=geen timeout; 1=timeout) 1211 Ingestelde doseercapaciteit FLOAT32...
Aanvullende gebruikershandleiding Modbus RTU 2.10.7 Register "Uitgebreide configuratie" Deze registerrecords gelden allemaal voor functiecode "0x03", "0x06", 0x10 en 0x17 (Read / Write). Register Aanduiding Type Weergave / betekenis 1400 Startgedrag van de pomp Enum Configuratie waarin is vastgelegd hoe de pomp zich na het opstarten moet gedragen: 0 - ALTIJD UIT 1 - ALTIJD AAN...
Pagina 42
Aanvullende gebruikershandleiding Modbus RTU Register Aanduiding Type Weergave / betekenis 1420 Analoge ingang "Onderste FLOAT32 Voor de analoge bedrijfsmodi - LINEAIRE CURVE - door de gebruiker gedefini‐ ONDERSTE ZIJBAND - BOVENSTE ZIJBAND, eerde foutgrens stroom" wordt in deze parameter de configureerbare onderste foutdrempel voor de ingangsstroom vastge‐...
Aanvullende gebruikershandleiding Modbus RTU Register Aanduiding Type Weergave / betekenis 1429 Contactingang "Adaptieve Enum Bij de adaptieve contactbesturing (uitsluitend in con‐ contactbesturing" tactbedrijf) wordt de slagfrequentie resp. de doseer‐ capaciteit ingesteld op basis van de tijd tussen de inkomende contactimpulsen. Wijzigt de tijd, worden de genoemde groottes adaptief aangepast.
Aanvullende gebruikershandleiding Modbus RTU Register Aanduiding Type Weergave / betekenis 2200 Niveaubewaking "Ingangsni‐ BOO‐ Deze parameter wordt gebruikt bij de 2-traps niveau‐ veau van de niveauwaar‐ LEAN bewaking. Zonder inverteren verloopt de waarschu‐ schuwing" wingsdetectie via het niveau "HIGH" bij niveau-waar‐ schuwingsingang 0 - INGANGSNIVEAU ZONDER INVERTEREN 1 - INGANGSNIVEAU INVERTEREN...
Pagina 45
Aanvullende gebruikershandleiding Modbus RTU Register Aanduiding Type Weergave / betekenis 3002 Slangtype UINT8 Informatie over de ingebouwde slang 0 - TPV, 5 bar (pomptype 0530, SP) 1 - TPV, 7 bar (pomptype 0730, SP) 2 - PUR, 5 bar (pomptype 0530, VP) 3003 Huidige rotorpositie UINT8...
Aanvullende gebruikershandleiding PROFIBUS ® Om van „Informatie” naar „Veldbus” te gaan: het [clickwheel] draaien en indrukken. „Veldbus” naar „Inactief / actief” te gaan: het Om van [clickwheel] draaien en indrukken. „inactief” naar „actief” te gaan: het [clickwheel] Om van draaien en indrukken. „actief”...
Aanvullende gebruikershandleiding PROFIBUS ® Bij het PROFIBUS ® -adres altijd 3-cijferig invoeren (adressen van "002" tot en met "125"): [clickwheel] draaien, tot de gewenste 1. mogelijkheid: Het [clickwheel] drukken. waarde bereikt is en daarna op het [Aanzuigen] drukken, voor 2. mogelijkheid: Op de toets het omschakelen naar instellen met cijfers.
Aanvullende gebruikershandleiding PROFIBUS ® Fout module: Verliest de pomp de verbinding met de BUS- module (zodra bijv. de BUS-module wordt verwijderd of om een andere reden de communicatie tussen BUS-module en pomp is gestoord), verschijnt het foutsymbool en het symbool 3.3.3 Leds op de PROFIBUS ®...
Pagina 50
Aanvullende gebruikershandleiding PROFIBUS ® Door een eenzijdig geaarde afscherming worden laagfrequente massalussen verhindert. Tegen magnetische HF-stoorsignalen heeft een eenzijdig geaarde afscherming geen effect. Een tweezijdig geaarde afscherming evenals gevlochten ader‐ paren, hebben weliswaar effect tegen de magneti‐ sche HF-stoorsignalen, maar hebben geen effect bij elektrische HF-stoorsignalen.
® -bedrijf (keywords, diagnose, module, slots). Het GSD- bestand kan van de PROFIBUS ® -website en van de ProMinent- website worden gedownload. De toegewezen bestandsnaam is uniek: DFXA1137.GSD . 3.5.3 Dataobjecten DULCO flex Control DFXa, DFXa Tab. 32: Status en control...
Pagina 52
Aanvullende gebruikershandleiding PROFIBUS ® Module/ Index Naam Modu‐ Aandui‐ Type Data‐ Beschrijving slot lenaam ding stroom * (hex) Naam Werking 2 ... 4 Mode 00 – halt 01 – manual 02 – batch 03 – contact 04 – analog Fout Er zijn fouten aanwezig - zie "Fouten"...
Pagina 53
Aanvullende gebruikershandleiding PROFIBUS ® Module/ Index Naam Modu‐ Aandui‐ Type Data‐ Beschrijving slot lenaam ding stroom * (hex) Naam Werking Start / Control 80,81 Komt overeen met de toets [Start/stop] . Is start / stop = 0, wordt Stop de pomp gestopt Reset Wordt de waarde door reset veran‐...
Pagina 54
Aanvullende gebruikershandleiding PROFIBUS ® Module/ Index Naam Modu‐ Aandui‐ Type Data‐ Beschrijving slot lenaam ding stroom * (hex) L, S Ana‐ De pomp doseert loog in overeenstem‐ ming met het analoge signaal en de op de pomp ingestelde analoge modus. Hand‐...
Pagina 55
Aanvullende gebruikershandleiding PROFIBUS ® Module/ Index Naam Modu‐ Aandui‐ Type Data‐ Beschrijving slot lenaam ding stroom * (hex) Contact - zie "Batch memory" memory Con‐ Con‐ C0,83,8 Setpoint voor de concentratie-instel‐ centra‐ centra‐ ling (alleen bij de bedrijfsmodus „Concentratie” ) tion rate tion Actual...
Pagina 56
Aanvullende gebruikershandleiding PROFIBUS ® Module Index Naam Module‐ Aandui‐ Type Data‐ Beschrijving /slot naam ding stroom * (hex) Module‐ Fout bij module‐ fout handling War‐ Naam Werking nings Minimum Doseervloeistof‐ niveau laag Kali‐ bratie * L = lezen, S = schrijven...
Pagina 57
Aanvullende gebruikershandleiding PROFIBUS ® Tab. 35: Strokes / Quantity en individuele data Module/ Index Naam Modu‐ Diag.- Aandui‐ Type Data‐ Beschrijving slot lenaam numme ding stroom * (hex) Reset Strokes C0,81, Wijzigt de waarde van 1 stroke /Quan‐ naar 0, wordt de „Slagenteller”...
Pagina 58
Aanvullende gebruikershandleiding PROFIBUS ® De byte status_type als volgt coderen: 1 0 1 1 0 0 0 0 Status-type: 48 (fabrikantspecifiek) Kenmerk "Status": 1 constant De byte slot_ number als volgt coderen: Slot-nummer: 0 (omdat alleen slot 0 wordt gebruikt) De byte specifier als volgt coderen: Status-specificatie: 00 constant Gereserveerd...
Pagina 59
Aanvullende gebruikershandleiding PROFIBUS ® Volgnummer Naam Verklaring Volume per contact "Batchbedrijf" Volume, dat bij contact tijdens batchbedrijf moet worden gedo‐ seerd Doseertijd batchbedrijf Tijd, waarin het batchvolume moet worden gedoseerd Batch start Start een batchdosering bij wijzi‐ ging van "1" naar "0" Batch memory Bij "1"...
Pagina 60
Aanvullende gebruikershandleiding PROFIBUS ® Tab. 37: Diensten 2 Waarde Betekenis 0x30 0x31 Overdracht OK Datum buiten de toegestane grenzen 0x32 Overdracht OK Datum beveiligd 0x33 Overdracht OK Datum afgewezen, omdat appa‐ raat in handmatig bedrijf en niet in remote-bedrijf 0x34 Overdracht OK Datum afgewezen, omdat optie niet is geïnstalleerd...
Aanvullende gebruikershandleiding PROFINET ® Om van „Veldbus” naar „Inactief / actief” te gaan: het [clickwheel] draaien en indrukken. „inactief” naar „actief” te gaan: het [clickwheel] Om van draaien en indrukken. „actief” op. ð De pomp slaat de instelling „Instellingen Daarnaast verschijnt het menu PROFINET”...
Aanvullende gebruikershandleiding PROFINET ® Ä Hoofdstuk 4.2 „Pomp Het PROFINET ® is actief geschakeld - zie instellen” op pagina 61 . „Menu” te gaan: op de toets [Menu] drukken Om naar het [pijltoetsen] het menupunt „Instellingen” en Selecteer met de [OK] bevestig met de toets „Bedrijfsmodus”...
Aanvullende gebruikershandleiding PROFINET ® 4.3.2 Meldingen Tijdens lopend PROFINET ® -bedrijf zijn er op de bedrijfstoestands‐ indicator meer indicatoren. De gebruikelijke indicatoren zijn te vinden in het hoofdstuk "Besturingselementen" in "Gebrui‐ kershandleiding slangendoseerpomp DULCO flex Control, DFXa". Stop-PROFINET : De pomp is via PROFINET gestopt.
Aanvullende gebruikershandleiding PROFINET ® Signaal Oorzaak Rood, 3-voudige flits Stationsnaam-fout Rood, 4-voudige flits Interne fout 4.3.4 Doseerbewaking gebruiken Om de doseerbewaking tijdens PROFINET ® -bedrijf te gebruiken, moet de bus "Doseerbewaking" bezet zijn. De pomp stuurt dan „aanwezig” voor de statusbit "Flow". De doseerbewaking kan via „Metering Monitor”...
-bedrijf (keywords, diagnose, module, ® submodule). Het GSDML-bestand kan van de PROFINET ® -web‐ site en via de ProMinent-website worden gedownload. De toege‐ wezen bestandsnaam is uniek: GSDML-V2.35-Prominent-DFXa-20191118.xml. 4.5.3 Dataobjecten DULCO flex Control DFXa, DFXa Tab. 40: Status en control...
Pagina 67
Aanvullende gebruikershandleiding PROFINET ® Module/ Index Naam Modu‐ Aandui‐ Type Data‐ Beschrijving slot lenaam ding stroom * (hex) Naam Werking Module Veldbus actief Slang‐ Slangwissel wissel wordt uitgevoerd Batch- Batchgeheugen Mem. is geactiveerd Gekali‐ De pomp is geka‐ breerd libreerd Slang‐...
Pagina 68
Aanvullende gebruikershandleiding PROFINET ® Tab. 41: Mode, Flow rate, Max. flow rate, Batch, Contact, Concentration, Metering monitor Module/ Index Naam Modu‐ Aandui‐ Type Data‐ Beschrijving slot lenaam ding stroom * (hex) Mode Mode C0,80,8 L, S Waarde Naam Beschrijving 0,16 Stop De pomp is bedrijfsgereed,...
Pagina 69
Aanvullende gebruikershandleiding PROFINET ® Module/ Index Naam Modu‐ Aandui‐ Type Data‐ Beschrijving slot lenaam ding stroom * (hex) Batch Tijd, waarin de charge moet worden Time gedoseerd Batch Wijzigt de waarde van 1 naar 0, start wordt tijdens batchbedrijf een char‐ gedosering geactiveerd.
Pagina 70
Aanvullende gebruikershandleiding PROFINET ® Module Index Naam Module‐ Aandui‐ Type Data‐ Beschrijving /slot naam ding stroom * (hex) Slang‐ Doseerslang breuk beschadigd Busfout Door de module gemelde bus‐ fout Sys‐ Systeemcompo‐ teemfout nenten defect - zie display Module‐ Fout bij module‐ fout handling War‐...
Pagina 71
Aanvullende gebruikershandleiding PROFINET ® Module Index Naam Module‐ Aandui‐ Type Data‐ Beschrijving /slot naam ding stroom * (hex) * L = lezen, S = schrijven Tab. 43: Strokes / Quantity en individuele data Module/ Index Naam Modu‐ Diag.- Aandui‐ Type Data‐...
Pagina 72
Aanvullende gebruikershandleiding PROFINET ® Diagnosetelegrammen Het apparaat stelt op basis van de PROFIBUS ® -norm de dienst [Get_Sl_Diag] beschikbaar. De diagnosegegevens bestaan uit standaard diagnose-informatie (6-bytes volgens PROFIBUS ® norm) en eventueel apparaatspecifieke diagnosegegevens. Voor de apparaatspecifieke diagnosegegevens, kunnen maximaal 63 bytes worden ingevoegd.
Pagina 73
Aanvullende gebruikershandleiding PROFINET ® Volgnummer Naam Verklaring Reset Wissen van intern pompgeheugen en aanwezige fouten bij wijziging van "1" naar "0" Ingestelde bedrijfsmodus - zie tabel "Data-objecten DULCO flex Control DFXa" Actuele bedrijfsmodus - zie tabel "Data-objecten DULCO flex Control DFXa" Ingestelde doseercapaciteit Setpoint doseercapaciteit in [l/h] Actuele doseercapaciteit...
Pagina 74
Aanvullende gebruikershandleiding PROFINET ® Volgnummer Naam Verklaring Wisbare doseerhoeveelheidsteller Opgeteld doseervolume sinds de laatste reset Liter per slag Liter per slag Levensduur slang - zie tabel "Data-objecten DULCO flex Control DFXa" Identcode Identcode van de pomp Serienummer Serienummer van de pomp Pompnaam Pompnaam, vrij vast te leggen Opstellocatie...
Aanvullende gebruikershandleiding PROFINET ® 4.5.4 Diagnosemeldingen en typen gegevenstoegang De diagnosemeldingen worden in de PLC als tekstmelding weer‐ gegeven. Fouttype Diagnosemeldingen 12755 Limietfout bij het schrijven 12773 Limietfout bij het lezen 13011 Beveiligde waarde 13029 Beveiligde waarde 13267 Apparaat niet in remote-bedrijf 13285 Apparaat niet in remote-bedrijf 13523...