20
Noodzakelijke voorzorgsmaatregelen
1)
De veegmachine dient alleen gebruikt te worden door bevoegd en vakbekwaam personeel.
2)
Wanneer u de veegmachine onbemand laat staan, dient u de contactsleutel te verwijderen en de
machine op de parkeerrem 31 (tek. 3 ) te zetten
3)
De machine niet op een helling stilzetten of voor deuren of brandblussers.
Voordat u de veegmachine gebruikt, de volgende controles uitvoeren:
• Vooraf controleren om eventuele opgelopen schade tijdens transport of gebruik te ontdekken en te
melden.
Controleer het brandstofpeil in tank 1 (tek. 7), onder de zitplaats; zonodig bijvullen loodvrije benzine,
•
de tankinhoud is 29 liter.
BRANDGEVAAR!
TIJDENS DE BRANDSTOFTOEVOER NAAR DE MACHINE NIET ROKEN EN GEEN OPEN VUUR
GEBRUIKEN.
•
Oliepeil motor 2
•
koelwater peil motor 3
•
Oliepeil hydraulisch systeem 4 (Tek.7)
2
1
•
indien nodig bijvullen, zie eigenschappen smeermiddelen en vloeistoffen volgens de tabel in hoofdstuk
"technische eigenschappen".
•
luchtfilter van de motor ? controleren (tek. 9) en zonodig reinigen.
•
het spoor van de borstels op de grond controleren en eventueel bijstellen zoals beschreven wordt in
de betreffende hoofdstukken.
•
de afvalbak controleren en zonodig ledigen.
Duemila S
GEBRUIK VAN DE VEEGMACHINE
3
TEK.7
4