Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Digitale Ingang; Analoge Ingang; Flanken Digitale Ingang - Emotron MSF 2.0 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Digitale ingang

De analoge/digitale ingang wordt gebruikt als digitale
ingang indien één van de opties 1-5 in menu [500] is
geselecteerd. Jumper J1 moet zijn ingesteld op
spanningsbesturing, de standaardinstelling.
Het ingangssignaal wordt geïnterpreteerd als 1 (hoog) als de
ingangsspanning hoger is dan 5 V. Als de ingangsspanning
lager is dan 5 V wordt het ingangssignaal geïnterpreteerd als
0 (laag). Het ingangssignaal kan worden gegenereerd met
behulp van de voeding voor de interne besturing door een
schakelaar aan te sluiten tussen klemmen 14 (analoge/
digitale ingang) en 18 (voeding naar klemmen 14, 16 en
17).
Fig. 54 Bedrading voor digitaal ingangssignaal.

Flanken digitale ingang [501]

Dit menu is beschikbaar als de analoge/digitale ingang in
menu [500] is geconfigureerd voor digitale ingangssignalen
voor rotatiesensor (optie 1) of voor laag toerental (optie 2).
In dit menu wordt het aantal flanken geselecteerd voor het
deactiveren van respectievelijk de remfunctie of de functie
laag toerental. .
LET OP: Alle flanken, zowel positieve als negatieve over-
gangen, worden geteld.
5 0 1
1
Standaard:
1
Instelbereik:
1-100
1-100
Aantal flanken
CG Drives & Automation 01-5924-03r1
Setting
Flanken digitale ingang

Analoge ingang

De analoge/digitale ingang wordt gebruikt als analoge
ingang indien één van de opties 6-7 in menu [500] is
geselecteerd. In dat geval kan de ingang met jumper J1
worden geconfigureerd voor spannings- of stroomsignaal
(zie Fig. 55). Jumper J1 is standaard ingesteld op
spanningssignaal. Op basis van de in menu [500]
geselecteerde optie wordt het signaal geïnterpreteerd als 0-10
V/0-20 mA of 2-10 V/4-20 mA (zie Fig. 56).
Analoge/digitale
ingang
Fig. 55 Bedrading voor analoge/digitale ingang en instelling
van J1 voor analoge stroom- of spanningsbesturing.
Fig. 56 Analoge ingang
Analoge start/stop
Starts en stops kunnen worden uitgevoerd op basis van een
processignaal op de analoge/digitale ingang. Dit houdt in
dat bijv. de werking van een pomp kan worden geregeld op
basis van een flowsignaal.
Analoge start/stop is beschikbaar als in menu [200] is
gekozen voor externe bediening of seriële communicatie
(optie 2 of 3).
LET OP: Analoge start/stop is niet beschikbaar als het
bedienpaneel is geselecteerd als besturingsbron in
menu [200] (optie 1).
Als een startsignaal wordt gegeven via externe bediening of
seriële communicatie (op basis van de instelling in menu
[200]), controleert de softstarter het referentiesignaal op de
analoge/digitale ingang. Er zal een start worden uitgevoerd
als het niveau van het referentiesignaal lager ligt dan de in
15
Ingangs-
signaal
Functiebeschrijving
83

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave