Tabel 9
Aansluitklemmen
73-74*
NTC thermistor
75
Ingang stroomtransformator, kabel S1 (blauw)
76
Ingang stroomtransformator, kabel S1 (blauw)
77
Ingang stroomtransformator, kabel S2 (bruin)
78*
Aansluiting ventilator
79*
Aansluiting ventilator
*Interne aansluiting, niet voor gebruiker.
4.3
Minimum bedrading
De figuur hieronder toont de "minimumbedrading". Zie
sectie 3.1.2, pagina 18, voor het aandraaimoment voor
bouten enz.
1. Verbind de veiligheidsaarde
2. Schakel de softstarter tussen de 3-fasen netvoeding en de
motor. Op de softstarter is de netvoedingszijde
gemarkeerd met L1, L2 en L3 en de motorzijde met T1,
T2 en T3.
3. Sluit de stuurspanning (100-240 VAC) voor de
controlprint op aansluitklem 01 en 02.
4. Sluit de aansluitklemmen 12 en 13 (de
aansluitklemmen 11 en 12 moet verbonden zijn) aan op
bijvoorbeeld een 2 standenschakelaar (aan/uit) of een
PLC, enz., om de mogelijkheid te verkrijgen op afstand
te starten en te stoppen.
5. Zorg ervoor dat de installatie voldoet aan de plaatselijke
regelgeving.
LET OP: De softstarter moet bedraad zijn met afge-
schermde stuurkabels om te voldoen aan de EMC regel-
geving in overeenstemming met sectie 1.6, pagina 8.
CG Drives & Automation 01-5924-03r1
(PE) met aardschroef.
Temperatuurmeting van koelribben softstarter
Aansluiting van L1 of T1 fase stroomtransformator
Aansluiting va L3, T3 fase (MSF 017 - MSF 250) t/m L2, T2
fase (MSF 310 - MSF 1400)
Aansluiting van de aarde voor de aansluitklemmen 75&76
24 VDC
0 VDC
LET OP: Als de plaatselijke regelgeving het gebruik van
een netschakelaar voorschrijft, kan relais K1 deze
aansturen. Gebruik altijd standaard in de handel
verkrijgbare, trage smeltveiligheden, bijv. van het type
gl, gG om de bedrading te beschermen en kortsluiting te
voorkomen. Om de thyristoren te beschermen tegen
kortsluitingsstromen, kunnen, indien hieraan de
voorkeur gegeven wordt, supersnelle
halfgeleiderzekeringen worden gebruikt. De normale
garantie blijft gewoon van kracht zelfs als er geen
supersnelle halfgeleiderzekeringen worden
gebruikt. Alle signaalingangen en -uitgangen zijn
galvanisch gescheiden van de netvoeding.
4.4
Bedradingsvoorbeelden
Fig. 55 on page 83geeft een bedradingsvoorbeeld met de
volgende functies.
• Analoge start/stop, zie beschrijving op pagina 83.
• Externe besturing van parameterset, zie sectie 8.9.6,
pagina 96.
• Analoge uitgang, zie "Analoge uitgang" op pagina 87
• PTC-ingang, zie beschrijving van Thermische
motorbeveiliging in sectie 8.3.1, pagina 48.
Aansluitingen
27