Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Alarm Voor Fase-Omkering; I/O-Instellingen - Emotron MSF 2.0 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Alarm voor fase-omkering [440]

In dit menu wordt het alarm voor fase-omkering
ingeschakeld en wordt de juiste maatregel geselecteerd. De
softstarter zal vóór iedere startpoging de fasevolgorde
detecteren. Als de actuele fasevolgorde niet overeenkomt met
de fasevolgorde die is opgeslagen tijdens het activeren van
het alarm voor fase-omkering, wordt de in dit menu
geselecteerde maatregel uitgevoerd. Als optie 2 (Uitlopen)
wordt geselecteerd, wordt er geen start uitgevoerd als de
verkeerde fasevolgorde wordt gedetecteerd.
Om het alarm voor fase-omkering te activeren, moet er een
motor zijn aangesloten en moet de netspanning zijn
ingeschakeld. Dit houdt in dat het activeren van het alarm
voor fase-omkering kan plaatsvinden in gestopte stand met
de netschakelaar handmatig ingeschakeld of tijdens bedrijf
met volle spanning.
4 4 0
o
F
F
Standaard:
oFF
Instelbereik:
oFF, 1, 2
oFF
Alarm voor fase-omkering is uitgeschakeld.
1
Waarschuwing
2
Uitlopen
LET OP: De actuele fasevolgorde kan worden uitgelezen
in menu [439].
CG Drives & Automation 01-5924-03r1
Setting
Alarm voor fase-omkering
(alarmcode F16)
8.9

I/O-instellingen

In dit hoofdstuk worden de programmeerbare in- en
uitgangen beschreven.
[500]-[513] Ingangssignalen
[520]-[534] Uitgangssignalen
In Fig. 53 ziet u een aansluitvoorbeeld waarbij gebruik
wordt gemaakt van de meeste beschikbare in- en uitgangen.
Dit hoofdstuk bevat ook gedetailleerde beschrijvingen van
de volgende functies:
• Start/stop/reset-commandofuncties
• Start rechts/links-functie
• Externe alarmfunctie
• Externe besturing van parameterset
8.9.1 Ingangssignalen
De MSF 2.0 heeft één programmeerbare analoge/digitale
ingang en vier programmeerbare digitale ingangen voor
externe bediening.
Analoge/digitale ingang [500]
De analoge/digitale ingang kan worden geconfigureerd voor
analoge of digitale werking. Voor het gebruik van de ingang
voor digitale signalen zijn de volgende opties beschikbaar:
Rotatiesensor
Er kan een externe rotatiesensor worden gebruikt voor de
remfuncties. Als de analoge/digitale ingang in menu [500] is
geconfigureerd voor de rotatiesensorfunctie, wordt remmen
gedeactiveerd als het in menu [501] geselecteerde aantal
flanken wordt gedetecteerd op de ingang.
Laag toerental
Deze optie wordt gebruikt voor laag toerental, aangestuurd
door een extern signaal (zie de beschrijving van functies voor
laag toerental en JOG-toeren in sectie 8.7.4, pagina 66 voor
meer informatie). Als het in menu [501] ingestelde aantal
flanken wordt gedetecteerd op de ingang, wordt laag
toerental bij start of stop afgerond.
JOG-toeren rechtsom
Met deze optie kan laag toerental rechtsom worden
geactiveerd via de analoge/digitale ingang. Laag toerental
blijft actief zolang het ingangssignaal hoog is. Zie voor meer
informatie de beschrijving van de functies voor laag
toerental en JOG-toeren in sectie 8.7.4, pagina 66. Let op:
in menu [334] moet jogtoeren rechtsom zijn ingeschakeld
om deze functie te kunnen gebruiken.
Functiebeschrijving
81

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave