"SEt" weergegeven op het display. Daarna wordt weer "no"
weergegeven.
LET OP: Voorinstelling van parameters voor
pompregeling is niet toegestaan als de softstarter in
bedrijf is. In dit geval wordt "SEt" niet weergegeven.
3 0 0
n o
Standaard:
no
Instelbereik:
no, YES
no
Geen maatregel
Vooraf ingestelde parameters pomprege-
YES
ling
8.7.2 Start
Bij de MSF 2.0 zijn koppelbesturing, spanningsbesturing en
direct online beschikbaar als startmethode. Koppelbesturing
is beschikbaar voor zowel belastingen met een lineaire
koppelkarakteristiek, zoals transportbanden en
schaafmachines, als voor de kwadratische
koppelkarakteristieken voor pompen en ventilatoren. Over
het algemeen wordt koppelbesturing aanbevolen als
startmethode. Spanningsbesturing kan worden gebruikt als
om bepaalde redenen een lineaire spanningsaanloop gewenst
is. Bij de startmethode Direct online (DOL) worden noch
de stroom noch de spanning geregeld. De motor krijgt
meteen de volle spanning. DOL kan worden gebruikt om de
motor te starten als de softstarter beschadigd is en als de
thyristoren zijn kortgesloten.
Alle startmethodes kunnen worden gecombineerd met een
stroombegrenzing. Alleen een correct geconfigureerde start
met koppelbesturing zal echter een constante acceleratie
opleveren. Om die reden wordt niet aanbevolen om een
stroombegrenzing in te stellen voor pomptoepassingen. Bij
een correcte instelling van de parameters voor de
koppelbesturing zal de startstroom zeer laag zijn. Voor
toepassingen met variabele belastingskarakteristieken van
start tot start kan de stroombegrenzingsfunctie handig zijn
om overbelasting van de netzekeringen te voorkomen.
Omdat het motorkoppel echter evenredig is aan het
kwadraat van de stroom, zal het instellen van een lage
stroombegrenzing het motorkoppel aanzienlijk beperken.
Als de stroombegrenzing te laag wordt ingesteld in
verhouding tot de eisen van de toepassing, zal de motor niet
in staat zijn om de last te versnellen.
CG Drives & Automation 01-5924-03r1
Multi Setting
Vooraf ingestelde parameters
voor pompregeling
Startmethode [310]
In dit menu wordt de startmethode geselecteerd. De vereiste
menu's voor de configuratie van de start zijn beschikbaar op
basis van de geselecteerde startmethode.
3 1 0
1
Standaard:
1
Instelbereik:
1, 2, 3, 4
1
Lineaire koppelbesturing
2
Kwadratische koppelbesturing
3
Spanningsbesturing
4
Direct online, DOL
Koppelbesturing
De standaardinstelling voor het aanvangskoppel bij start is
10%. Voor het eindkoppel bij start is dat 150%, In Fig. 37 is
het hieruit voortvloeiende koppel uitgezet tegen de tijd voor
lineaire en kwadratische koppelkarakteristieken.
Koppel
Eindkoppel
Nominaal koppel
Aanvangskoppel
Fig. 37 Koppelbesturing bij start
Een correct geconfigureerde start met koppelbesturing zorgt
voor een lineaire toename van het toerental en een lage
startstroom zonder stroompieken.
Setting
Startmethode
1 Lineair
2 Kwadratisch
Starttijd
Functiebeschrijving
Tijd
59