Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

03 Instrumenten, schakelaars en bediening
||
Plafondverlichting voorin
De leeslampjes voorin worden in- en uitge-
schakeld met een druk op de bijbehorende
knoppen op de plafondconsole.
Plafondverlichting achterin
03
Plafondverlichting achterin.
U kunt de lampjes in- en uitschakelen met
een druk op de bijbehorende knop.

Instapverlichting

De instapverlichting (alsmede de interieurver-
lichting) worden in- en uitgeschakeld bij het
openen c.q. sluiten van een portier.
Verlichting dashboardkastje
De verlichting in het dashboardkastje wordt
in- en uitgeschakeld bij het openen en sluiten
van de klep van het kastje.
88
Verlichting make-upspiegel
De verlichting van de make-upspiegel (p.
145), wordt bij het openen en sluiten van het
klepje in- en uitgeschakeld.
Verlichting in bagageruimte
De bagageruimteverlichting wordt bij het ope-
nen en sluiten van de achterklep automatisch
in- en uitgeschakeld.
Automatische verlichting
Met de knop voor de interieurverlichting kunt
u drie verlichtingsstanden selecteren:
Uit – rechterkant ingedrukt, automatische
interieurverlichting gedeactiveerd.
Neutrale stand – automatische verlich-
ting geactiveerd.
Aan – linkerkant ingedrukt, interieurver-
lichting brandt.
Neutrale stand
Met de knop in de neutrale stand wordt de
interieurverlichting als volgt automatisch in-
en uitgeschakeld.
De interieurverlichting wordt ingeschakeld en
blijft 30 seconden lang branden, als:
u de auto met de afstandsbediening ont-
grendelt, zie Transpondersleutel - functies
(p. 159) of Afneembaar sleutelblad - por-
tier ontgrendelen (p. 164)
de motor is afgezet en het elektrische
systeem van de auto in 0 staat.
De interieurverlichting dooft, wanneer:
u de motor start
de auto wordt vergrendeld.
De interieurverlichting gaat aan en blijft twee
minuten lang branden, wanneer een van de
portieren openstaat.
Als u een bepaalde verlichtingsfunctie hand-
matig inschakelt, zal deze na twee minuten
automatisch worden uitgeschakeld.
Sfeerverlichting
Wanneer de reguliere interieurverlichting is
uitgegaan en de motor draait, branden er
enkele leds, onder meer een bij de plafond-
verlichting voor een zwakke sfeerverlichting
tijdens de rit. Deze verlichting gaat even na
de reguliere interieurverlichting uit als de auto
wordt vergrendeld. U regelt de sterkte van de
verlichting met het duimwiel op het bedie-
ningspaneel (p. 79).

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Xc70 2013S60 2013S 80 2013

Inhoudsopgave