07 Bestuurdersondersteuning
Radarsensor - beperkingen
Een radarsensor (p. 201) heeft bepaalde
beperkingen die onder meer terug te voeren
zijn op het beperkte blikveld.
De radarsensor heeft veel meer moeite om
een voertuig voor u te ontdekken:
•
als de radarsensor gehinderd wordt door
bijvoorbeeld hevige regenval of als
sneeuwmodder of andere verontreinigin-
gen de radarsensor afdekken.
N.B.
Houd het oppervlak vóór de radarsensor
schoon - zie het gedeelte 'Onderhoud' (p.
222).
•
als de snelheid van de voorligger te veel
afwijkt van die van uw eigen auto.
Blikveld
De radarsensor heeft een beperkt bereik. In
bepaalde gevallen wordt een voertuig niet
ontdekt of later dan verwacht.
07
202
Zichtveld van de ACC.
Soms kan de radarsensor een voertuig op
korte afstand pas laat registreren, bijvoor-
beeld als een inhalend voertuig invoegt
tussen u en uw voorligger.
Ook kleine voertuigen, zoals motorfietsen
of voertuigen die niet in het midden van
de rijstrook rijden, kunnen onopgemerkt
blijven.
In bochten kan de radarsensor op het
verkeerde voertuig reageren of een eerder
opgemerkt voertuig uit het zicht verliezen.
WAARSCHUWING
De bestuurder dient altijd rekening te hou-
den met de verkeersomstandigheden en in
te grijpen, wanneer de adaptieve cruise-
control geen passende snelheid of afstand
aanhoudt.
De adaptieve cruisecontrol leent zich niet
voor alle verkeers-, weers- en wegomstan-
digheden.
Neem alle hoofdstukken over de adaptieve
cruisecontrol in de gebruikershandleiding
door voor informatie over de systeembe-
perkingen die u moet kennen alvorens het
systeem te gebruiken.
De bestuurder is er altijd verantwoordelijk
voor dat de juiste afstand en snelheid wor-
den aangehouden, ook bij gebruik van de
adaptieve cruisecontrol.
WAARSCHUWING
Accessoires of andere voorwerpen, zoals
bijv. verstralers, mogen niet vóór de grille
worden gemonteerd.