03 Instrumenten, schakelaars en bediening
||
Toerenteller. De meter geeft het motor-
toerental in duizenden omwentelingen per
minuut aan.
Schakelindicator
6
/Schakelindicator
ook Schakelindicator* (p. 264),Automati-
sche versnellingsbak - Geartronic* (p.
265) of Automatische versnellingsbak -
Powershift* (p. 269).
03
Meters en wijzers, thema 'Performance'.
Brandstofmeter. Wanneer de aanduiding
is gedaald tot slechts één witte marke-
ring
5
, gaat het oranje controlesymbool
voor een laag brandstofpeil branden. Zie
ook Boordcomputer - aanvullende infor-
6
Handgeschakelde versnellingsbak
7
Automatische versnellingsbak
5
Wanneer de aanduiding 'Afstand tot lege tank:' op het display verandert in '
Bij bepaalde motortypes is het lampje voor een lage oliedruk niet in gebruik. Er verschijnt in plaats daarvan een displaymelding, zie Motorolie - controleren en bijvullen (p. 339).
8
*
62
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
matie (p. 116) en Brandstof tanken (p.
295).
Temperatuurmeter koelvloeistof motor
7
. Zie
Snelheidsmeter
Toerenteller. De meter geeft het motor-
toerental in duizenden omwentelingen per
minuut aan.
Power guide. Zie ook Eco guide & Power
guide* (p. 63).
Schakelindicator
ook Schakelindicator* (p. 264),Automati-
sche versnellingsbak - Geartronic* (p.
265) of Automatische versnellingsbak -
Powershift* (p. 269).
----
', wordt de markering rood van kleur.
Controle- en waarschuwingssymbolen
6
7
/Schakelindicator
. Zie
Controle- en waarschuwingssymbolen, digitaal
instrument.
Functietest
Alle controle- en waarschuwingssymbolen,
behalve de symbolen in het midden van het
informatiedisplay, gaan branden in sleutel-
stand II of bij het starten van de motor. Alle
symbolen moeten weer uitgaan als de motor
is aangeslagen, behalve het symbool voor de
parkeerrem. Dit gaat pas uit, als de auto van
de parkeerrem wordt gehaald.
Controlesymbolen
Controle- en waarschuwingssymbolen
Waarschuwingssymbolen
8