04 Klimaat
Voorruit ontwasemen en ontdooien
U kunt de elektrische voorruitverwarming* en
de maximale ontwaseming gebruiken om de
vooruit en zijruiten snel te ontwasemen en
ontdooien.
04
Het beeldscherm van de middenconsole geeft
de gekozen instelling aan.
Elektrische verwarming*
Max. ontwaseming
Het lampje in de ontwase-
mingsknop brandt, wanneer
de functie is ingeschakeld.
Druk voor activering van de
functies herhaalde malen op
de knop.
4
Als bij inschakeling van de elektrische voorruitverwarming het teken
*
130
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Voor auto's zonder elektrische voorruitver-
warming:
•
Er stroomt lucht naar de ruiten - op het
beeldscherm brandt het symbool (2).
•
Functie uitschakelen - geen van de sym-
bolen brandt.
Voor auto's met elektrische voorruitverwar-
ming:
•
Elektrische voorruitverwarming
kelen - op het beeldscherm brandt een
symbool (1).
•
Elektrische voorruitverwarming
kelen en lucht naar de ruiten sturen - op
het beeldscherm branden de symbolen
(1) en (2).
•
Functie uitschakelen - geen van de sym-
bolen brandt.
N.B.
Elektrische voorruitverwarming en een
eventuele IR-film (p. 16) kunnen de presta-
ties van transponders en andere communi-
catie-apparatuur beïnvloeden.
N.B.
Aan de beide uiteinden van de voorruit zit-
ten driehoekige gebieden zonder elektri-
sche verwarming, zodat het ontdooien
daar mogelijk langer duurt.
C
op de achteruitkijkspiegel verschijnt, moet het kompas (p. 101)* opnieuw gekalibreerd worden.
N.B.
De elektrische voorruitverwarming is niet
beschikbaar, wanneer de motor automa-
tisch is afgezet (p. 272).
Bij activering van deze functie vindt boven-
dien het volgende plaats om de lucht in het
interieur zoveel mogelijk van vocht te ont-
doen:
4
inscha-
•
de airconditioning wordt automatisch
ingeschakeld
•
de recirculatie en het Interior Air Quality
4
inscha-
System worden automatisch uitgescha-
keld.
N.B.
De ventilator maakt meer geluid wanneer
de ventilator op maximale snelheid draait.
Bij het uitschakelen van de ontwaseming her-
vat de klimaatregeling de voorgaande instel-
lingen.
Gerelateerde informatie
•
Algemene informatie over de klimaatrege-
ling (p. 119)