8.1.3.1
Parkeren van de voorlopende bandenpacker
1. Schakel de aftakas van de tractor uit, trek
de handrem van de tractor aan, zet de
tractormotor af en trek de contactsleutel uit
het contactslot.
Wachten totdat de werktuigdragers tot
stilstand gekomen zijn.
2. De machine zo ver optillen, dat de
draagarmen tegen de onderste aanslag
aanliggen (Afb. 80/1).
3. De diepte-instelpen in de onderste positie
plaatsen (Afb. 80/2).
in beide buitensegmenten
In hetzelfde vierkante gat.
GEVAAR
De diepte-instelpennen alleen aan
de greep vastpakken.
Nooit tussen de draagarm en de
diepte-instelpen grijpen.
4. Beide diepte-instelpennen met lunspennen
(Afb. 81/2) borgen.
KG 4/5/6001-2 BAH0060-5 12.17
Om bij ingeklapte machine het pendelen van de bandenpacker te
voorkomen, wordt deze voor transportritten in de onderste positie
vastgepend.
Afb. 87
Instellingen
91