12.10
Nokkenschakelkoppeling controleren/reinigen/smeren
(werkplaats)
12.10.1 Inbouwinstructies nokkenschakelkoppeling
De nokkenschakelkoppelingen (1) draaien in de
richting van de pijl (2).
De nokkenschakelkoppelingen (1) zijn correct
gemonteerd, wanneer in bovenaanzicht gezien
de pijl (2) op de nokkenschakelkoppelingen
tegen de rijrichting in wijst.
Afb. 136
KG 4/5/6001-2 BAH0060-5 12.17
De nokkenschakelkoppeling (Afb. 136/1) is onder normale
toepassingsomstandigheden onderhoudsvrij.
Wanneer de koppeling vaak wordt geactiveerd, open dan de
nokkenschakelkoppeling, reinig deze en smeer deze met speciaal vet
(zie hiervoor de onderhoudsinstructie van de leverancier van de
cardanas).
Gebruik alleen speciaal vet:
Agraset 116 of
Agraset 117
Houd de montage-instructies bij de inbouw van de
nokkenschakelkoppeling aan de machine aan.
De beide nokkenschakelkoppelingen mogen bij de inbouw niet
worden vervangen [zie tabel (Afb. 136)].
Reiniging, onderhoud en reparatie
127