Opbouw en werking
Twee verstelsegmenten (Afb. 30/3) met
geïntegreerde veren zijn bedoeld voor het
instellen van de mesrail (Afb. 30/4). Tijdens het
werken kunnen de messen hindernissen op de
grond naar boven toe ontwijken.
Bij levering is de mesrail zodanig ingesteld, dat
de mesuiteinden met de walsranden afsluiten.
5.6
Aandrijving
De cardanas (Afb. 31/1) draagt de aandrijfkracht
van de tractoraftakas over op de
tweeversnellingsbak (Afb. 31/2).
Twee hoekoverbrengingen (Afb. 31/3) drijven de
werktuigdragers aan. Iedere hoekoverbrenging is
via een cardanas (Afb. 31/4) met de
versnellingsbak verbonden.
Bij het botsen op een starre hindernis kan de
werktuigdrager stil komen te staan. Ter
voorkoming van schade aan de overbrenging
heeft de machine twee
nokkenschakelkoppelingen.
De nokkenschakelkoppelingen steken op de
ingangsassen van de hoekoverbrenging onder
de afdekking (Afb. 31/5).
56
Afb. 30
Afb. 31
KG 4/5/6001-2 BAH0060-5 12.17