Machine aan- en afkoppelen
17. De beugel op de transportbevestiging
bevestigen en met een lunspen (Afb. 76/1)
borgen.
18. Stuur iedereen weg uit de gevarenzone
tussen tractor en machine.
19. Met de tractortrekstangen (Afb. 77/1)
moeten de onderste koppelingspunten van
de machine worden ondersteund. De haken
van de trekstangen vergrendelen
automatisch.
20. De tractortopstang (Afb. 77/2) op de
machine bevestigen. De haak van de
topstang vergrendelt automatisch.
De vereiste hefkracht voor het oplichten van
de machine is het laagst, als de
tractortopstang horizontaal loopt.
21. De grondbewerkingsmachine door
verstellen van de topstang horizontaal
uitlijnen.
22. Borg de topstang tegen verdraaien.
23. Controleer of de haken van de top- en
trekstang goed zijn vergrendeld.
84
Afb. 76
Afb. 77
KG 4/5/6001-2 BAH0060-5 12.17