1
2
4
Figuur 69
1. Maaidekdrager
2. R-pen
3. Ring
4. Gelaste stang op maaidek
4. Breng de maaihoogte omhoog in de transportstand
5. Schuif het maaidek weg van onder de machine.
Opmerking: Bewaar alle onderdelen voor latere
montage.
Maaidek monteren
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak
en schakel de aftakas uit.
2. Zet de rijhendels naar buiten in de neutrale
vergrendelstand, schakel de motor uit, verwijder het
contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende
delen tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurdersstoel verlaat.
3. Schuif het maaidek onder de machine.
4. Zet de maaihoogtehendel in de laagste stand. Plaats
de maaihoogtepen in de vergrendelstand voor de
laagste maaistand.
5. Breng de achterkant van het maaidek omhoog
en leid de ophangbeugels over de bouten van de
maaidekdrager (Figuur 69).
6. Bevestig de voorste steun op het maaidek aan de
voorste maaidekdragers en zet dit vast met een ring
en een R-pen (Figuur 68).
7. Monteer de drijfriem van het maaidek op de
motorpoelie; zie Drijfriem van maaidek vervangen.
5
6
7
3
G010304
5. Bouten van
maaidekdrager
6. J-haak
7. Achterste
maaidekdragerbeugel
Grasgeleider vervangen
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of
dagelijks—Controleer de grasgeleider
op schade.
WAARSCHUWING
Als een uitwerpopening niet is afgesloten, kan
het maaidek voorwerpen in de richting van de
bestuurder of omstanders werpen. Dit kan ernstig
letsel veroorzaken. Daarnaast kunt u ook in contact
komen met het mes.
Gebruik de maaimachine nooit zonder mulchplaat,
grasgeleider of grasvanger.
Controleer vóór elk gebruik de grasgeleider op schade.
Vervang vóór gebruik beschadigde filterelementen.
1. Verwijder de borgpen uit de stang (Figuur 70).
2. Koppel de veer los van de inkeping in de
geleiderbeugel en schuif de stang uit de gelaste
maaidekbeugels, veer en grasgeleider (Figuur 70).
Verwijder een beschadigde of versleten grasgeleider.
47