De rijhendels gebruiken
Figuur 21
1. Rijhendel –
onvergrendelde
neutraalstand
2. Centrale onvergrendelde
stand
Vooruitrijden
Opmerking: De motor slaat af als u de rijhendels
van de tractie beweegt terwijl de parkeerrem in werking
is gesteld.
1. Zet de parkeerrem vrij; zie Parkeerrem vrijzetten
in de gebruiksaanwijzing.
2. Zet de hendels in de middelste, onvergrendelde
stand.
3. Om vooruit te rijden, duwt u de rijhendels langzaam
naar voren (Figuur 22).
3. Vooruit
4. Achteruit
Achteruitrijden
1. Zet de hendels in de middelste, onvergrendelde
stand.
2. Om achteruit te rijden, trekt u de rijhendels naar
achteren (Figuur 23).
21
Figuur 22
G008953
Figuur 23
G008952